 |
 |
|
 |
 |
Wat zegt de Bijbel?
In deze rubriek zijn de volgende artikelen opgenomen: Inleiding
en Indeling van het boek Ezechiël Toekomstig herstel van Israël De woestijn zal bloeien als een roos De beer is
los! De beer is los! - Vervolg Ezechiël 37-48 - De vervallen hut van David Ezechiël 38-39 - Is de vernietiging
van Israël aanstaande? - Deel 1 Ezechiël 38-39 - Is de vernietiging van Israël aanstaande? - Deel 2 De beek Gods is vol water - Ezechiël 47
Inleiding en Indeling van het boek Daniël Daniël 3 - Maar zelfs indien niet Inleiding en Indeling van het boek Hosea
Gods genade voor Israël - Het boek Hosea Inleiding en Indeling van het boek Joël Inleiding en Indeling van het boek Amos
______________________________________________________________
Wat zegt de Bijbel?
Inleiding op het boek Ezechiël Inleiding In het jaar 606 v.Chr. werd een begin gemaakt van de eerste van meerdere deportaties van het volk Israël naar Babel, waarvan de profeet Daniël
deel uitmaakte. Van de tweede groep maakte Ezechiël deel uit, toen ongeveer vijfentwintig jaar oud. Hij kwam bij de ballingen van Tel-Abib, die aan de rivier de Kebar woonden (Ez.3:15). Daar woonde hij met zijn vrouw in zijn eigen huis (8:1; 24:16vv.).
Vijf jaar nadat Ezechiël in Tel-Abib aankwam, werd hij in het jaar 592 v.Chr. tot profeet geroepen; hij was toen dertig jaar. Zijn naam betekent ‘God geeft kracht’. Dit was dus zes jaar voor de verwoesting van de stad Jeruzalem in 586 v.Chr.,
toen Jeremia daar werkzaam was. Ezechiël diende als priester het volk dat in ballingschap was. Net zoals Jeremia was ook Ezechiël een priester die tot profeet geroepen werd. Het
boek Ezechiël kan, met uitzondering van Ezechiëls roeping, in drie delen worden verdeeld: (1) Gods oordeel over Jeruzalem, (2) Gods oordeel over de volkeren, en (3) het herstel van het volk Israël. De hoofdstukken 1–24 gaan over de tijd
vóór het beleg van Jeruzalem; de hoofdstukken 25-32 tijdens het beleg van Jeruzalem en de hoofdstukken 33-48 ná het beleg van Jeruzalem. Hoewel de profeet in ballingschap was, bleef hij toch op de hoogte van de gebeurtenissen in Jeruzalem.
Ezechiël bracht niet alleen mondeling Gods Woord tot het volk, het werd ook zichtbaar in zijn eigen persoonlijk leven. God legde hem een aantal symbolische activiteiten op om de aandacht van het volk te krijgen: een oorlogsspel (4:1-3); op zijn zijde
liggen voor een aantal dagen (4:4-17); zijn haar en baard scheren (5:1-4); doen alsof hij voor de oorlog vluchtte (12:1-16); zuchten (21:1-7) en het meest moeilijke van allemaal de dood van zijn vrouw (24:15-27). Niet gemakkelijk om een profeet te zijn!
We zullen een paar bijzondere en belangrijke onderwerpen van het boek behandelen. Gods heerlijkheid
De heerlijkheid geopenbaard in een stormwind (1:4) Dit symboliseert Gods oordeel over Jeruzalem.
Babel komt uit het noorden. De wolk van flikkerend vuur betekent de verwoesting van Jeruzalem. De heerlijkheid geopenbaard door cherubs (1:5-14) De cherubs, verschillen van engelen maar worden daarmee gelijkgesteld. Deze wezens symboliseren de heerlijkheid en de kracht van God. Ze kunnen alle kanten opkijken en bewegen zonder te draaien. De vier gezichten spreken
van hun eigenschappen: de kennis van de mens; de kracht en vrijmoedigheid van de leeuw; de trouw en dienst van een os; en het hemelse van de arend. Sommigen uitleggers zien in die vier gezichten de vier evangeliën: Mattheüs de leeuw – de koning;
Markus de os – dienstknecht; Lukas de mens - Zoon des mensen en Johannes de adelaar – Zoon van God. Deze wezens konden zich snel bewegen om de wil van God ten uitvoer te brengen. De heerlijkheid geopenbaard door wielen (1:15-21) Elk wezen is verbonden met een reeks wielen, twee wielen per rad. De wielen draaiden voortduren in alle richtingen.
Ze waren ‘vol ogen’ (vs.18) een mogelijk symbool voor de alwetendheid van God (Spr.15:3). Dit mag spreken van Gods voortdurende bezig zijn met zijn schepping, zijn macht en heerlijkheid, zijn alomtegenwoordigheid, zijn plan met de mens, zijn voorzorg.
De wereld is vol geweld en verandering, maar God is Dezelfde en volvoert zijn plan. De heerlijkheid geopenbaard in het uitspansel of firmament (1:22-27) Het is een mooi platvorm, het uitspansel, boven de wielen en de cherubs, die de troon van God bevat. God zit nog steeds op zijn troon, en zijn wil wordt nog steeds in deze wereld ten uitvoer gebracht ook al doorgronden
wij het niet. De complexe bewegingen van de cherubs en de wielen symboliseren de onnaspeurlijkheid van Gods handelen, welk Hijzelf alleen kan verstaan en beheersen (Rom.11:33-36). Er is een perfecte harmonie en orde. De heerlijkheid geopenbaard in een regenboog (1:28) In de storm verscheen er een regenboog waaruit we mogen concluderen dat God trouw is aan zijn belofte
(Gen.9:11-17; Op.4:3, 10:1). Noach zag een boog ná de storm, Ezechiël tijdens de storm en Johannes vóór de storm. De heerlijkheid verwijderd (8-11)
De heerlijkheid van God verschijnt opnieuw maar nu in de zondige stad Jeruzalem waarvan het oordeel steeds naderbij komt. Natuurlijk kon Gods heerlijkheid op zo’n plaats niet aanwezig blijven.
In 8:4 verschijnt de heerlijkheid, maar in 9:3 stond die heerlijkheid op de drempel van de tempel op het punt om te vertrekken. De tempel was nu leeg. Dan in 10:4 verhief Gods heerlijkheid zich en in 10:18 ging de heerlijkheid van de drempel naar de oostpoort
van de tempel en uiteindelijk in 11:22-23 ging de heerlijkheid uit de tempel naar de Olijfberg. Ikabod: ‘Gods heerlijkheid’ was weg! (1Sam.4:21). De heerlijkheid hersteld
(43:1-12) In de hoofdstukken 40-48 ziet de profeet een hersteld volk Israël en de heerlijkheid van het koninkrijk. Hij beschrijft de herstelde stad en tempel, groter dan Israël
ooit heeft gekend. In 43:1-6 ziet hij de terugkeer van Gods heerlijkheid, die op dezelfde berg terugkeert zoals hij was weggegaan. Natuurlijk de Heer Jezus is de heerlijkheid van God en Hij zal in die heerlijkheid terugkeren tot het volk van God, Israël.
Deze terugkeer van Gods heerlijkheid is niet gebeurd toen de Joden terugkeerden na hun ballingschap naar het land, dus moet die vervulling van die profetie nog toekomstig zijn. De
val van Jeruzalem Het was een nationale catastrofe, de verwoesting van de tempel in 586 v.Chr. door koning Nebukadnezar. De herinnering eraan wordt door de Joden nog altijd
levendig gehouden door de herdenking op Tisja Beav. Tisja Beav is de traditionele rouwdag van het jodendom. Een treurdag ter gelegenheid van de verwoesting van de tempel. Men herdenkt op die dag de verwoesting van zowel de Eerste als de Tweede Tempel, respectievelijk
in 586 v. Chr. en 70 n. Chr. Het is een dag van vasten en het zingen van klaagliederen. De tempel werd in de brand gestoken, het koper, zilver en goud werd meegenomen en het volk werd in ballingschap naar Babel gevoerd, waar ze zeventig jaar zouden verblijven
(Jer.25:11-12; 29:10; Dan.9:2). In 536 v.Chr. geeft de Perzische koning Cyrus de Joden toestemming om stad en tempel weer op te bouwen (Zie de boeken Ezra en Nehemia). Deze tempel was als niets in vergelijking met de vorige tempel, dat blijkt uit wat de profeet
Haggaï daarover schrijft: ‘Wie onder u is overgebleven, die dit huis in zijn vroegere heerlijkheid gezien heeft? Hoe ziet gij het nu? Is het niet, daarbij vergeleken, als niets in uw ogen? (Haggaï 2:4). Terugkeer en herstel van Israël (37) Dit hoofdstuk beschrijft de herrijzenis van Israël. Het beeld dat daarvoor gebruikt wordt is
een dal dat vol beenderen is. Deze beenderen stellen het gehele huis Israëls voor (37:11). Het zijn dode beenderen die zullen herleven, maar eerst zullen zij bijeengebracht worden, waarna er spieren, vlees en een huid aan toegevoegd zouden worden. Tenslotte
zou de geest in hen komen waardoor ze herleefden. Veel uitleggers zien hierin de terugkeer van de Joden naar het land Israël die de laatste decennia zijn teruggekeerd en het land hebben ontgonnen en tot bloei gebracht. Maar geest is er nog niet; er is
nog geen terugkeer tot God, hoewel de Messias-belijdende Joden daarvan mogelijk een hoopvol teken van zijn. In de toekomst zullen de twee en tien stammen weer verenigd worden onder het gezag van de Messias, waarvan David een voorloper en type was.
De nieuwe tempel (40-48) Het boek eindigt met een uitvoerige beschrijving van de nieuwe tempel. Was de
heerlijkheid verdwenen, hier zien we de terugkeer ervan. ‘En zie, de heerlijkheid van de God van Israël kwam uit oostelijke richting, er was een geluid als het gedruis van vele wateren en de aarde straalde vanwege zijn heerlijkheid. En de heerlijkheid
des Heren ging het huis binnen door de poort die naar het oosten gericht was, en de Geest nam mij op en bracht mij naar de binnenste voorhof, en zie, de heerlijkheid des Heren vervulde het huis’ (43:2, 4-5). --------------------------------------------------------------------------------------- Indeling van het boek Ezechiël I De aanstelling van de profeet (1 - 3) II Het oordeel over Juda (4 - 24) A.Een ongehoorzaam volk (4 - 7) B. Een verdwijnende heerlijkheid (8 – 11) C. Het volk wordt getuchtigd
(12 – 24) III Het oordeel over de volkeren (25 - 32) IV Het herstel van Gods volk (33 - 48) A. De terugkeer naar het land (33 - 36) B. Het volk ervaart een nieuw begin en eenheid (37) C. Ze worden beschermd van hun vijanden (38 – 39) D. Ze vereren God beter dan voorheen (40 – 48) _________________________________________________________________
Wat zegt de Bijbel?
Toekomstig herstel van Israël Algemene Inleiding op het Bijbelboek Ezechiël Voorwoord
Over Gods handelen met betrekking tot zijn verbondsvolk Israël laat de Schrift ons niet in het ongewisse, er worden ons een overvloed van teksten gegeven zowel in het Oude als het Nieuwe Testament.
Eeuwenlang is daar door de kerk geen aandacht aan besteed, omdat men ervan uitging dat er voor Israël geen toekomst meer was omdat haar plaats was ingenomen door de kerk. Ik doel op het zgn. substitutionalisme (de vervangingstheologie) dat is de leer
dat de Kerk het ‘geestelijk Israël’ is en daarmee in Gods heilswegen de plaats van Israël heeft ingenomen. Ik denk dat het volk Israël daar veel onrecht mee aangedaan is en de Gemeente niet juist heeft onderricht in de waarheid!
Na het ontstaan van de staat Israël in 1948 is daar gelukkig verandering ingekomen en hebben velen afgedaan met het vergeestelijken van teksten betreffende het herstel en toekomst van Israël. Maar ook vóór 1948 waren er veel gelovigen,
vooral in zgn. Evangelische kringen, die in een toekomstig herstel van Israël geloofden en dat ook verkondigden. Ik hanteer een letterlijke uitleg van Gods Woord zoals ook de Heer
Jezus deed. Ik voel mij daarbij in goed gezelschap omdat mij geen enkele profetie uit het Oude Testament bekend is die door de Heer Jezus vergeestelijkt is geworden. De profetieën zijn te gedetailleerd om vergeestelijkt en om op de kerk toegepast te kunnen
worden. De Heer Jezus voorzei een toekomst voor het Joodse vol (Luk.22:29), de apostel Paulus (Rom.11) en eveneens de apostel Johannes (Op.22:1-6). Ook ik word door de gebeurtenissen die plaatsvinden in onze huidige wereld keer op keer bevestigd in mijn overtuiging
dat er voor het volk Israël nog een geweldige toekomst is weggelegd! De vervallen tent van David zal weer worden opgebouwd en de heerlijkheid des Heren zal weer terugkeren! (Ez.43:2). Inleiding In het jaar 606 v.Chr. werd een begin gemaakt van de eerste van meerdere deportaties van het volk Israël naar Babel, waarvan de profeet Daniël
deel uitmaakte. Van de tweede groep maakte Ezechiël deel uit, toen ongeveer vijfentwintig jaar oud. Hij kwam bij de ballingen van Tel-ABB, die aan de rivier de Kebab woonden (Ez.3:15). Daar woonde hij met zijn vrouw in zijn eigen huis (8:1; 24:16vv.).
Vijf jaar nadat Ezechiël in Tel-ABB aankwam, werd hij in het jaar 592 v.Chr. tot profeet geroepen; hij was toen dertig jaar. Zijn naam betekent ‘God geeft kracht’. Dit was dus zes jaar voor de verwoesting van de stad Jeruzalem in 586 v.Chr.,
toen Jeremia daar werkzaam was. Ezechiël diende als priester het volk dat in ballingschap was. Net zoals Jeremia was ook Ezechiël een priester die tot profeet geroepen werd. Het
boek Ezechiël kan, met uitzondering van Ezechiëls roeping, in drie delen worden verdeeld: (1) Gods oordeel over Jeruzalem, (2) Gods oordeel over de volkeren, en (3) het herstel van het volk Israël. De hoofdstukken 1–24 gaan over de tijd
vóór het beleg van Jeruzalem; de hoofdstukken 25-32 tijdens het beleg van Jeruzalem en de hoofdstukken 33-48 ná het beleg van Jeruzalem. Hoewel de profeet in ballingschap was, bleef hij toch op de hoogte van de gebeurtenissen in Jeruzalem.
Ezechiël bracht niet alleen mondeling Gods Woord tot het volk, het werd ook zichtbaar in zijn eigen persoonlijk leven. God legde hem een aantal symbolische activiteiten op om de aandacht van het volk te krijgen: een oorlogsspel (4:1-3); op zijn zijde
liggen voor een aantal dagen (4:4-17); zijn haar en baard scheren (5:1-4); doen alsof hij voor de oorlog vluchtte (12:1-16); zuchten (21:1-7) en het meest moeilijke van allemaal de dood van zijn vrouw (24:15-27). Niet gemakkelijk om een profeet te zijn! We
zullen hierna een paar bijzondere en belangrijke onderwerpen van het boek behandelen. Gods heerlijkheid De heerlijkheid geopenbaard in een stormwind (1:4) Dit symboliseert Gods oordeel over Jeruzalem. Babel komt uit het noorden. De wolk van flikkerend vuur betekent de verwoesting
van Jeruzalem. De heerlijkheid geopenbaard door cherubs (1:5-14) De cherubs verschillen wel van engelen
maar worden daarmee gelijkgesteld. Deze wezens symboliseren de heerlijkheid en de kracht van God. Ze kunnen alle kanten opkijken en bewegen zonder te draaien. De vier gezichten spreken van hun eigenschappen: de kennis van de mens; de kracht en vrijmoedigheid
van de leeuw; de trouw en dienst van een os; en het hemelse van de arend. Sommigen uitleggers zien in die vier gezichten de vier evangeliën: Mattheüs de leeuw – de koning; Markus de os – dienstknecht; Lukas de mens - Zoon des mensen en
Johannes de adelaar – Zoon van God. Deze wezens konden zich snel bewegen om de wil van God ten uitvoer te brengen. De heerlijkheid geopenbaard door wielen (1:15-21)
Elk wezen is verbonden met een reeks wielen, twee wielen per rad. De wielen draaiden voortduren in alle richtingen. Ze waren ‘vol ogen’ (vs.18) een mogelijk symbool voor de alwetendheid
van God (Spr.15:3). Dit mag spreken van Gods voortdurende betrokken zijn met zijn schepping, zijn macht en heerlijkheid, zijn alomtegenwoordigheid, zijn plan met de mens, zijn voorzorg. De wereld is vol geweld en verandering, maar God is Dezelfde en volvoert
zijn plan. De heerlijkheid geopenbaard in het uitspansel of firmament (1:22-27) Het is een mooi platvorm,
het uitspansel, boven de wielen en de cherubs, die de troon van God bevat. God zit nog steeds op zijn troon, en zijn wil wordt nog steeds in deze wereld ten uitvoer gebracht ook al doorgronden wij het niet. De complexe bewegingen van de cherubs en de wielen
symboliseren de onnaspeurlijkheid van Gods handelen, welk Hijzelf alleen kan verstaan en beheersen (Rom.11:33-36). Er is een perfecte harmonie en orde. De heerlijkheid geopenbaard
door een regenboog (1:28) In de storm verscheen er een regenboog waaruit we mogen concluderen dat God trouw is aan zijn belofte (Gen.9:11-17; Op.4:3, 10:1). Noah zag een boog ná
de storm, Ezechiël tijdens de storm en Johannes vóór de storm. De heerlijkheid verwijderd (8-11) De heerlijkheid van God verscheen in de zondige stad Jeruzalem waarvoor het oordeel steeds naderbij kwam. Natuurlijk kon Gods heerlijkheid op zo’n plaats niet aanwezig blijven. In 8:4 verschijnt de heerlijkheid, maar in 9:3 stond die heerlijkheid
op de drempel van de tempel op het punt om te vertrekken. De tempel was nu leeg. Dan in 10:4 verhief Gods heerlijkheid zich en in 10:18 ging de heerlijkheid van de drempel naar de oostkoor van de tempel en uiteindelijk in 11:22-23 ging de heerlijkheid uit
de tempel naar de Olijfberg. Imabo: ‘Gods heerlijkheid’ was weg! (1Sam.4:21). De heerlijkheid hersteld (43:1-12) In de hoofdstukken 40-48 ziet de profeet een hersteld volk Israël en de heerlijkheid van het koninkrijk. Hij beschrijft de herstelde stad en tempel, groter dan Israël ooit heeft gekend. In 43:1-6 ziet hij de terugkeer van
Gods heerlijkheid, die op dezelfde berg terugkeert zoals hij was weggegaan. Natuurlijk de Heer Jezus is de heerlijkheid van God en Hij zal in die heerlijkheid terugkeren tot het volk van God, Israël. Deze terugkeer van Gods heerlijkheid is niet gebeurd
toen de Joden terugkeerden na hun ballingschap naar het land, dus moet die vervulling van die profetie nog toekomstig zijn. Ezechiël spreekt van de terugkeer van de ballingen uit alle volken (Ez.34:13, 36:19, 24; Luk.21:24. De ballingschap naar Babylon
was naar slechts één volk en/of land. De val van Jeruzalem Het was een nationale
catastrofe, de verwoesting van de tempel in 586 v.Chr. door koning Nebukadnezar. De herinnering eraan wordt door de Joden nog altijd levendig gehouden door de herdenking op Tisja Beav. Tisja Beav is de traditionele rouwdag van het jodendom. Een dag van rouw
ter gelegenheid van de verwoesting van de tempel. Men herdenkt op die dag de verwoesting van zowel de Eerste als de Tweede Tempel, respectievelijk in 586 v. Chr. en 70 n. Chr. Het is een dag van vasten en het zingen van klaagliederen. De tempel werd in brand
gestoken, het koper, zilver en goud werd meegenomen en het volk werd in ballingschap naar Babel gevoerd, waar ze zeventig jaar zouden verblijven (Jer.25:11-12; 29:10; Dan.9:2). In 536 v.Chr. geeft de Perzische koning Cyrus de Joden toestemming om stad en tempel
weer op te bouwen (Zie de boeken Ezra en Nehemia). Deze tempel was met totaal niet te vergelijken met de vorige tempel, dat blijkt uit wat de profeet Haggaï daarover schrijft: ‘Wie onder u is overgebleven, die dit huis in zijn vroegere heerlijkheid
gezien heeft? Hoe ziet gij het nu? Is het niet, daarbij vergeleken, als niets in uw ogen? (Hag.2:4). Terugkeer en herstel van Israël (37) Dit hoofdstuk beschrijft de herrijzenis van Israël. Het beeld dat daarvoor gebruikt wordt is een dal vol beenderen. Deze beenderen stellen het gehele huis Israëls voor (37:11). Het zijn dode beenderen die
zullen herleven, maar eerst zullen zij bijeengebracht worden, waarna er spieren, vlees en een huid aan toegevoegd zouden worden. Tenslotte zou de geest in hen komen waardoor ze herleefden. Veel uitleggers zien hierin de terugkeer van de Joden naar het land
Israël die in de twintigste eeuw zijn teruggekeerd en het land hebben ontgonnen en tot bloei gebracht. Maar geest is er nog niet; er is nog geen terugkeer tot God, hoewel de Messias-belijdende Joden daarvan mogelijk een hoopvol teken van zijn. In de toekomst
zullen de twee en tien stammen weer verenigd worden onder het gezag van de Messias, waarvan David een voorloper en type was. De nieuwe tempel (40-48) Het boek eindigt met een uitvoerige beschrijving van de nieuwe tempel. Was de heerlijkheid verdwenen, hier zien we de terugkeer ervan. ‘En zie, de heerlijkheid van de God van Israël kwam uit oostelijke richting,
er was een geluid als het gedruis van vele wateren en de aarde straalde vanwege zijn heerlijkheid. En de heerlijkheid des Heren ging het huis binnen door de poort die naar het oosten gericht was, en de Geest nam mij op en bracht mij naar het binnenste voorhof,
en zie, de heerlijkheid des Heren vervulde het huis’ (43:2, 4-5). Tenslotte De inval
van Rusland in Oekraïne, waarvan we op dit moment nog niet weten waar dat zal eindigen, heeft de aandacht voor de profetieën van onder meer de profeet Ezechiël, bij veel gelovigen doen toenemen. De gedachte dat we leven in de eindtijd is algemeen.
De komst van Christus is aanstaande. We zien de voorbereidingen in wording. De opname van de Gemeente is nabij. Het volk Israël wacht een grote verdrukking, die zijn weerga niet zal kennen, maar daarin zal het behouden worden. De toekomst lacht ons, die
geloven, toe. De wereld zal een ongekende tijd rust en vrede ervaren wanneer Christus komt om het koninkrijk op te richten. Allemaal gebeurtenissen die ons, Israël en de volken staan te wachten. ‘Wij danken U, Heer, God de Almachtige, die is en
die was, dat U uw grote kracht hebt aangenomen en uw koningschap hebt aanvaard’ (Op.11:17). ____________________________________________________________
Wat zegt de Bijbel?
Toekomstig herstel van Israël De woestijn zal bloeien als een roos!
Ezechiël 35-36 Voorwoord
Om de hoofdstukken 38 en 39, die als onderwerp de inval van Gog in het land Israël hebben, goed te kunnen begrijpen, moeten we eerst weten wat eraan vooraf is gegaan. Wanneer we bijvoorbeeld
lezen dat de Here het volk Israël zal weghalen uit de volken en bijeenvergaderen uit alle landen en hen zal brengen in hun eigen land (Ez.36:24), dan moeten we toch weten hoe ze in ‘alle landen’ zijn terecht gekomen en waarom ze hun land ooit
moesten verlaten. Daarop geeft Ezechiël 36 ons het antwoord. In Gods handelen met het volk Israël zit een duidelijke lijn in, zoals uit het hierna te volgen overzicht blijkt. Overzicht
Ezechiël 36 – In dit hoofdstuk vinden we de beschrijving van het geestelijk herstel van Israël. Ezechiël
37 – Na het geestelijk herstel van Israël is het de beurt aan het nationaal herstel. Ezechiël 38-39 – In deze hoofdstukken lezen we over de inval van Gog, en veel
andere volken in het land Israël vóór de aanvang het 1000-jarig Vrederijk. We vinden hier de laatste vijand van Israël, die vernietigd wordt vóórdat de uiteindelijke zegen komt. Het is een grote noordoostelijke confederatie
van volken, die het laatste instrument in de hand van Satan zijn, door wie hij de vernietiging zoekt van het uitverkoren volk Israël, als het in het land hersteld is, onder de bescherming van de Messias. Ezechiël 40-48 – Tenslotte en afsluitend, in dit hoofdstuk de bouw van de tempel en de regering van Christus. Hoofdstuk 35 – Het oordeel
over Edom In dit hoofdstuk vinden we nog maar eens een aankondiging van een oordeel wat in verbinding staat met het naderend herstel van Israël. Wanneer de Here weer in
genade met zijn volk gaat handelen en hen gaat zegenen, zal Hij ook de volken voor hun handelen ter verantwoording roepen. Edom was de bitterste vijand van Israël, hun bloedverwant. Het dreigement die we in dit hoofdstuk vinden betrof Edom, maar zal in
principe gelden voor alle vijanden van Gods volk. Dat oordeel zal worden uitgeoefend wanneer de tijden van de heidenen vervuld zullen zijn (Luk.21:24) en God tussenbeide zal komen om aan het lijden van zijn volk een einde te maken. In de verzen 14-15 horen
we spreken van een tijd van gejuich en horen we van het oordeel over de volken (Deut.32:43). Hoofdstuk 36 Inleiding Met dit hoofdstuk beginnen de grote profetieën, betreffende het toekomstig herstel en zegen van Israël. Vanaf hier tot aan het einde van het boek
Ezechiël, is veel nog onvervuld en zal niet eerder vervuld kunnen worden tot op het moment dat de Messias teruggekeerd en als Koning geïnstalleerd is. Maar het eerste begin mogen we toch al zien in het ontstaan van het land Israël in 1948. De
vijgenboom en alle bomen zijn al aan het uitlopen, het Midden-Oosten is in de twintigste eeuw dramatisch verandert. Maar de terugkeer van miljoenen Joden na de Tweede Wereldoorlog is nog in ongeloof, er is nog geen geest in de dorre doodsbeenderen (37:7).
Het land gereinigd – Ez.36:1-15 De eerste verzen spreken nogmaals van het toekomstig oordeel van Israëls
vijanden, geheel Edom en het overblijfsel van de volken (36:5). Deze volken hebben Gods oogappel geraakt (Zach.2:8) en zullen daarvoor het oordeel ontvangen. Het volk gereinigd –
Ez.36:16-33 In de volgende verzen (8-15) wordt de aanstaande terugkeer van het volk naar het land Israël beschreven. De bergen van Israël, heel lang woest gelaten, zullen
opnieuw bewoond worden, de woestijn zal weer bloeien als een roos (Jes.35:1). De oorzaak van Israëls verbanning en wegvoering onder de volken wordt vermeld in vers 17 en 19 - ‘Mensenkind, toen het huis Israëls nog in zijn land woonde, heeft
het dat verontreinigd door zijn handel en wandel. Als de maandelijkse onreinheid, zo was hun wandel in mijn ogen. Daarom stortte Ik mijn grimmigheid over hen uit vanwege het bloed dat zij in het land vergoten hadden, en omdat zij het verontreinigd hadden door
hun afgoden. Ik verstrooide hen onder de volken, zodat zij over de landen verspreid raakten; naar hun handel en wandel richtte Ik hen’. De eerste ballingschap voer heet volk Israël naar één koninkrijk, Babel. De ballingschap na de
verwoesting van de tempel in 70 n.Chr. was onder alle volken (Luk.21:24). Dat onderscheid is belangrijk! Alleen een oppervlakkige uitlegger kan spreken van een vervulling van deze profetie toen ze terugkeerden uit Babylon. Israëls zonden begaan in het
verleden worden aangehaald in de verzen 16-20, waarna de geweldige boodschap van Israëls herstel volgt en de zegeningen die ze door genade zullen ontvangen in de dag dat hun eens verworpen Koning is teruggekeerd voor wie ze zullen buigen. De karakteristieke opmerking in de verzen 23-28 zijn de woorden ‘Ik zal het doen’. Het zijn woorden die spreken van soevereine genade. Achttien keer zegt de Here wat Hij zal gaan doen.
God zal, ‘Ik zal’ handelen met het oog op Israëls herstel en aanstaande heerlijkheid.Hij zal hen bijeenbrengen vanuit alle volkeren en landen en terugbrengen naar hun eigen land. De reiniging van het volk is het volgende dat wordt aangekondigd:
‘Ik zal rein water op u sprengen en jullie zullen rein zijn’. Dat doet ons herinneren aan de as van de rode vaars, dat samen met hysop gesprenkeld werd op de onreinen, uitbeeldend het bloed van Christus in zijn reinigende kracht (Heb.9:13-14, 10:22).
Dus wanneer het volk Israël in Hem gaat geloven Wie ze doorstoken hebben (Zach.12:10) zullen ze gereinigd worden. ‘Te dien dage zal er een bron ontsloten zijn voor het huis van David en voor de inwoners van Jeruzalem ter ontzondiging en reiniging’
(Zach.13:1). Hierna volgt de belofte van de wedergeboorte van Israël - ‘Een nieuw hart zal Ik u geven en een nieuwe geest in uw binnenste; het hart van steen zal Ik uit uw lichaam verwijderen en Ik zal u een hart van vlees geven’ (Ez.36:26).
Het hart van steen zal worden weggenomen en een hart van vlees zal ervoor in de plaats komen. De Heer zal hieraan gedacht hebben toen Hij in gesprek was met Nicodemus over de wedergeboorte. Nicodemus, de leraar van Israël, was ermee onbekend dat het krijgen
van een nieuw hart noodzakelijk was voor het volk Israël opdat ze het koninkrijk zouden kunnen binnengaan en de zegeningen zouden ervaren. Daarop zei de Heer tegen hem: ‘Als Ik u de aardse dingen heb gezegd en u niet gelooft, hoe zult u geloven
als Ik u de hemelse zeg’ (Joh.3:12). Deze hemelse zegeningen zouden volgen na Jezus’ offer en dood. Het land hersteld – 36:33-38 In zijn boek Altneuland (= Het Oude Nieuwe Land), daterend uit 1902, schildert Theodor Herzl hoe, volgens hem, hoe het zionisme ‘het oude land van de joden’ aantrof: leeg, woest en verwaarloosd. Hij laat
twee christelijke hoofdpersonen het land in 1902 bezoeken. Van Jaffa schrijft hij: ‘…alles allemaal verwaarloosd. ...De steegjes zijn overal gevuld met de ergste geuren, onreine, verwaarloosde, kleurrijke oosterse ellende. Als zij na meer dan
twintig jaar (in 1923) terugkomen, kunnen zij hun ogen niet geloven wat de joodse immigranten in die tijd hebben gerealiseerd. De joodse kolonies liggen ‘als oasen in het dorre land’. De schitterende Hula Vallei, die ook wel de Huleh Vallei wordt
genoemd, ligt in het noorden van Israël. In de vallei is een overvloed aan water te vinden, wat voor een weelderige begroeiing en prachtige natuurgebieden zorgt. De omstandigheden zijn uitermate geschikt voor plantengroei, daardoor is de Hula Vallei een
van de grootste landbouwgebieden in Israël. Nu al is Israël een parel te midden van hun buurlanden, maar de beschrijving gaat veel verder en zegt: - ‘Dit land dat verwoest was, is geworden als de hof van Eden’ (36:35). Maar daarvoor moet
er eerst een geestelijk ontwaken in Israël plaatsvinden en daarover gaat hoofdstuk 37. _____________________________________________________________
Wat zegt de Bijbel?
De beer is los! Ezechiël 38-39 Woord vooraf Na weken van diplomatie en onderhandelingen om de president van Rusland, Poetin van gedachten te
doen veranderen en Oekraïne niet militair aan te vallen, gebeurde het toch! Op 22 februari 2022 brak ‘de beer los’ en kwamen zijn ‘vredestroepen’ op Oekraïens grondgebied. En op het moment dat ik dit artikel schrijf, 24 februari
2022, komt het nieuws binnen dat Rusland zich niet beperkt tot de zogenaamde ‘erkende republieken’ maar dat heel Oekraïne deel uitmaakt van zijn aanval. De president van Oekraïne is Volodymyr Zelensky is de zoon van joodse ouders. Wie
een klein beetje op de hoogte is van de geschiedenis van de Joden in Rusland, denk aan de daar doorgevoerde progroms in de negentiende eeuw onder andere in Odessa, begrijpt uiteraard de oproep van het Israëlische ministerie van Buitenlandse Zaken die
haar staatsburgers dringend aanmaant Oekraïne te verlaten. Volgens het ministerie gaat het zeker om 8000 Israëlische staatsburgers. Het
officiële embleem van de Russische Federatie is de tweekoppige adelaar, maar in de praktijk is het eerder de beer die als zinnebeeld van Rusland fungeert. Frederik II, de koning van Pruisen (1712-1786), werd ooit gewaarschuwd om de slapende Russische
beer niet wakker te maken. Men bedoelde daarmee dat het Russische volk, net zoals de bruine beer niet gevaarlijk is zolang je het niet beledigd, want dan kan hij veranderen in een agressieve en krachtige tegenstander. Rusland heeft al sinds de 16de eeuw de
beer als symbool. Die staat voor kracht en agressie. Die oude Sovjet-Unie is er niet meer, maar het nieuwe Rusland is sterker dan ooit! Ja, ‘de beer is los’ en wat de gevolgen daarvan zijn zullen we in de komende tijd wel ervaren. De verdere berichtgeving
daarvan laat ik graag over aan de reguliere pers. Wat ik mij wel afvroeg is: ‘Wat zegt de Bijbel over Rusland?’ of vroeg ik mij af, en misschien u ook wel: ‘Zegt de Bijbel eigenlijk wel iets over Rusland?’ Overzicht van toekomstige gebeurtenissen Voor wie
niet zo op de hoogte is van het eindtijdscenario dat de Bijbel ons verstrekt, volgt hierna een beknopt en vereenvoudigd overzicht van de komende gebeurtenissen waarover de Bijbel spreekt en die voor dit artikel relevant zijn. In Openbaring 3:10 is er sprake
van ‘Het uur van de verzoeking die over het hele aardrijk zal komen, om te verzoeken hen die op de aarde wonen’. Deze periode komt volgens de meeste Bijbelonderzoekers overeen met de laatste van de zeventig jaarweken waarvan sprake is in Daniël
9. Daaraan voorafgaand is de zgn. Opname van de Gemeente (1Thes.4:13-18; Joh.14:1-3; 1Kor.15:51-52). Nadat de Gemeente is weggenomen zullen de volgende gebeurtenissen plaatsvinden: (1) Israël zal een verbond van zeven jaar sluiten met het hersteld Romeins
rijk, waarvan volgens velen de EU een voorloper is; (2) De koning van het noorden (Rusland?) met zijn bondgenoten valt Israël binnen op de helft van deze jaarweek (Ez.38-39). (3) Het beest uit de aarde, het herstelt Romeins rijk verbreekt het eerder gesloten
verbond op de helft van laatste jaarweek (Dan.9:27); (4) De Antichrist zal zich zetten in de tempel in Jeruzalem en zal een beeld oprichten en trachten de hele wereld aan zich te onderwerpen (Op.13:12-18). (5) In de tweede helft van de laatste (zeventigste)
jaarweek vinden de resterende oordelen van God plaats. (6) Alle volken zullen optrekken naar Jeruzalem om de stad te veroveren (Zach.14:1v.; Ez.38-39). (7) Door Goddelijk ingrijpen zullen ze daartoe niet in staat zijn (Zach.14:3). (8) Christus zal verschijnen
en zal koning worden over de gehele aarde (Zach.14:3, 9), waarmee (9) het Vrederijk zal worden opgericht. Rusland Nee, deze oorlog tegen Oekraïne heeft niets te maken met een of ander Bijbelse eindtijd scenario, maar wat zien we dan wel en wat kunnen we daaruit concluderen?
In de achter ons liggende jaren hebben we grote ontwikkelingen gezien op militair terrein van Rusland. Het leger is sterk gemoderniseerd en het aantal actieve militairen bedraagt 1,1 miljoen. Het staat daarmee op de vierde plaats in de wereld. De laatste jaren
is Rusland sterk vertegenwoordigt in het Midden-Oosten. Ze zijn bondgenoot van Syrië en hebben vriendschappelijke betrekkingen met Turkije. Poetin en Erdogan kunnen het goed met elkaar vinden de laatste jaren en breiden hun activiteiten al uit naar de
overkant van de Middellandse Zee, in Libië, met name. Enkele willekeurige krantenkoppen van de laatste paar jaar bevestigen de toenemende betrokkenheid van Rusland in het Midden-Oosten: ‘Rusland richt een helikopterbasis in bij een luchthaven in
Kamishli, een plaats aan de Noord-Syrische grens. De nieuwe basis wordt beschermd door raketsystemen’ - ‘Rusland krijgt tweede permanente marinebasis in Syrië Daartoe wordt de elementaire basis bij de stad Tartous, die nu geleast wordt van
Syrië, uitgebreid en versterkt’ – ‘Rusland heeft al een permanente basis bij Hemeimeem in de westelijke provincie Latakia. De plannen voor een tweede basis wijzen op de intentie van het Kremlin om de Russische militaire rol in het land
verder uit te breiden. Sinds 2015 steunt het Russische leger president Assad in de strijd tegen de opstandelingen’ - ‘Vorige week werd bekend dat Rusland een hypermodern S-300 raketsysteem op de basis bij Tartous heeft geplaatst. De luchtdoelraketten
zijn volgens Moskou bedoeld om de Russische marineschepen in de haven van Tartous te beschermen. De tweede marinebasis maakt het mogelijk om meer Russische schepen naar de Middellandse Zee te brengen, die in Tartous kunnen bijtanken en bevoorraad kunnen worden’
– ‘Rusland versterkt zijn vloot in de Middellandse Zee bij Syrië’ – ‘Rusland installeert militaire basis met raketsystemen in Noord-Syrië’, enzovoort. Door de aanwezigheid in Syrië is Rusland genaderd tot
aan de grenzen van Israël! Dit doet mij denken aan Ezechiël 38:4 waar het woord des Heren zegt: ‘Zo zegt de Here Here: zie, ik zàl u, Gog, grootvorst van Mesek en Tubal! Ik zal u komen halen, haken slaan in uw kaken en u doen uittrekken
met uw gehele leger’. Gog zal de leiding nemen in het toekomstig conflict met Israël. Nu we de machtsontplooiing van het Russische leger hebben gezien bij de inval in Oekraïne ben ik ook geneigd om Rusland te zien als leider van een conglomeraat
van volken die op den duur Israël zullen aanvallen. Israël is ‘het land dat zich van de krijg hersteld heeft, (een volk) dat uit het gebied van vele volken bijeengebracht is op de bergen Israëls die tot een blijvende wildernis waren geworden,
maar het is uit de volken uitgeleid; allen wonen zij in gerustheid’ (Ez.38:8), en ook vers 12 ‘een natie die uit het gebied der volken bijeengebracht is, die have en goed heeft verworven, die op de navel der aarde woont’. Het daar beschreven
volk kan niet anders zijn dan het volk Israël. Rusland in de Bijbel? Er is veel verschil van mening met betrekking tot de identificatie van de namen die we in het boek Genesis vinden. Er wordt daar gesproken over de zonen van Jafet die waren: Gomer, Magog, Madai, Jawan, Tubal, Mesek
en Tiras’ (Gen.10:2). Deze namen worden ook gevonden in het boek Ezechiël: ‘Mensenkind, richt uw aangezicht tegen Gog in het land Magog, de grootvorst van Mesek en Tubal; profeteer tegen hem En zeg: zo zegt de Here Here: zie, ik zal u, Gog,
grootvorst van Mesek en Tubal! (28:2-3). Gog (een naam, geen volk) wordt elf keer vermeld in hoofdstuk 38 en 39:1 met als extra vermelding ‘uit het verre noorden’ (38:6,15; 39:2). Hoewel sommige Bijbelkenners hierbij denken aan Iran en/of Irak,
zijn er toch ook die aan Rusland denken. Ook de namen Mesek en Tubal, die vaak gelezen worden als Moskou en Tobolsk, geven aanleiding tot die mening. Maar ook de uitdrukking ‘ver in het noorden’ en ‘uit het verre noorden’ die we vinden
geeft de indruk dat het om Rusland gaat (Ez.38:6,15; 39:2). Verder worden er nog een aantal andere volken vermeld wier identificatie niet eenvoudig is (38:5-6). Men denkt dan dat Magog, Rusland is, de vroegere Sovjet-Unie, Perzië zou Iran zijn, Ethiopiërs,
Put, dat is Libië of Somalië, Gomer, dat is Centraal-Turkije, Bet-Togarma, dat is Oost-Turkije, het vroegere land Frygië. Gog (een naam, geen volk) wordt elf keer vermeld in hoofdstuk 38 en 39:1 met als extra vermelding ‘uit het verre
noorden’ (38:6,15; 39:2). Overzicht Ezechiël 36 – In dit hoofdstuk vinden we de beschrijving van het geestelijk herstel van Israël. Ezechiël 37
– Na het geestelijk herstel van Israël is het de beurt aan het nationaal herstel. Ezechiël 38-39 – In deze hoofdstukken lezen
we over de inval van Gog, en veel andere volken in het land Israël vóór de aanvang het 1000-jarig Vrederijk. We vinden hier de laatste vijand van Israël, die vernietigd wordt vóórdat de uiteindelijke zegen komt. Het is
een grote noordoostelijke confederatie van volken, die het laatste instrument in de hand van Satan zijn, door wie hij de vernietiging zoekt van het uitverkoren volk Israël, als het in het land hersteld is, onder de bescherming van de Messias.
Ezechiël 40-48 – Tenslotte en afsluitend, in dit hoofdstuk de bouw van de tempel en de regering van Christus. In Ezechiël 38 wordt gesproken van een volk dat terug is en in het land in gerustheid woont (38:8,11,14). Het is een ‘natie die uit het gebied der volken bijeengebracht is, die have en
goed heeft verworven, die op de navel der aarde woont’ (38:12). Dit kan niet anders dan Gods volk, Israël zijn (38:14). Te midden van de omliggende volken (Ez.5:5) is Israël een toonbeeld van welvaart en voorspoed; ‘een natie dat have
en goed heeft verworven’ (38:12-13;). Vooral de laatste jaren zijn er enorme gasvoorraden voor de kust van Israël gevonden, die de welvaart van het land nog meer zullen vergroten. Enkele krantenkoppen: ‘Israël heeft in de afgelopen jaren
voor de kust van Haifa belangrijke gasvondsten gedaan. De voorraden zijn groot genoeg om het land de komende tientallen jaren van aardgas te voorzien. Het is frappant: Israël wordt steeds rijker, de omliggende landen steeds armer ten gevolge van oorlogen
en onlusten. Hoe nu verder, want dat het tot een escalatie moet komen is iedereen wel duidelijk. Wat er de komende jaren staat te gebeuren is kort omschreven door de profeet Micha: ‘Wel zijn nu vele volkeren tegen u vergaderd, die zeggen: Zij worde ontwijd,
en mogen onze ogen zich aan Sion verlustigen! Maar zij kennen de gedachten des Heren niet en verstaan zijn raadslag niet, dat Hij hen verzamelt als schoven op de dorsvloer. Sta op en dors, gij dochter Sions; want Ik zal uw hoorn van ijzer maken en uw hoeven
van koper, en gij zult vele volkeren verbrijzelen en gij zult hun onrechtmatig gewin door de ban aan de Here wijden, en hun vermogen aan de Here der ganse aarde’ (Mi.4:11-13). Dit is in het kort een schets van de gebeurtenissen die we vinden in Ezechiël
38 en 39. Vooral de zinsnede: ‘Maar zij kennen de gedachten des Heren niet en verstaan zijn raadslag niet, dat Hij hen verzamelt als schoven op de dorsvloer’ is intrigerend. Wie had tot voor enige jaren geleden, kunnen vermoeden dat ‘Gog
uit het verre noorden’ (38:14-15) van grote invloed zou kunnen zijn en worden in het Midden-Oosten? Maar Ezechiël schrijft dat God achter dit alles zit: ‘Ik zal u komen halen, haken slaan in uw kaken en u doen uittrekken met uw gehele leger:
paarden en ruiters, allen volledig uitgerust, een grote schare, met grote en kleine schilden, allen vertrouwd met het zwaard; ook Perzen, Ethiopiërs en Puteeërs, allen met schild en helm; Gomer en al zijn krijgsbenden; Bet-Togarma ver in het noorden
met al zijn krijgsbenden – vele volken met u’ (38:4-6). Maar dat God achter de schermen de leidende rol in deze gebeurtenissen heeft weten de wereldmachten niet, want zij kennen de gedachten des Heren niet en verstaan zijn raadslag niet!Naast Israël
en Rusland is er echter nog een macht die grote invloed heeft en zal uitoefenen in het Midden-Oosten, en dat is Europa, of beter gezegd het herstelt Romeins rijk, het beest dat uit de aarde opkomt (Op.13:1). Europa is niet alleen een grote economische macht
maar ook een macht met grote politieke invloed, die zal dan ook in de nabije toekomst een 7-jarig verbond met Israël sluiten (Dan.9:27). De
inval door Gog en de Dag des Heren (Jer.38:14-23) Met de inval van Gog in Israël, het verbreken van het gesloten verbond met Europa
en Israël, en de intrede van de Antichrist begint de eigenlijke dag des Heren, de Grote Verdrukking of de benauwdheid van Jakob (Jer.30:7). Het zal dus een chaotische wereld zijn op dat moment. Zo komt er een moment dat Rusland en die met hem verbonden
zijn, Israël zal binnenvallen in het midden van de laatste jaarweek, maar die aanval zal vastlopen vanwege grote tegenstand. (1) Er zal een grote aardbeving komen (38:19-20), er zal (2) een grote verwarring zijn (vs.21) die oorzaak zal zijn dat de legers
elkaar zullen bevechten. Er zal een grote plaag, pest komen waardoor velen omkomen, en tenslotte (4) breken de natuurmachten los, stromende regen, hagelstenen, vuur en zwavel (vs.22). De Here zal het voor zijn volk opnemen en ‘het huis Israëls zal
weten, dat Ik de Here hun God ben, van die dag af en voortaan’ (39:22). We moeten de beschrijving van deze strijd niet verwarren met de strijd die is beschreven in Openbaring 20:7-10 en ná het duizendjarig vrederijk zal plaatsvinden (Op.20:7).
De antichrist Het tweede beest
waarvan gesproken wordt in Openabring 13 is de antichrist (vs.11) die zich in de tweede helft van de laatste jaarweek, de Grote Verdrukking zal openbaren. Het mag duidelijk zijn dat de Satan, die vanaf het begin van de Bijbel prominent aanwezig is om Gods
plannen met betrekking tot deze schepping, te dwarsbomen, weet dat hij nog weinig tijd heeft (Op.12:12), en hij zal dan ook alles wat in zijn vermogen ligt gebruiken om de komst van het aanstaande rijk van Christus te verhinderen. Satan is de macht die het
beest uit de zee, het hoofd van het hersteld Romeins rijk, zal beïnvloeden en aansturen om met Israël een zevenjarig verbond te sluiten. Een verbond dat op de helft verbroken zal worden (Dan.9:27). De Antichrist, het beest uit de aarde, zal dan het
hoogtepunt van zijn vermeende macht bereiken, de tempel innemen en een ‘gruwel van verwoesting’ waarvan sprake is in het boek Daniël oprichten (Dan.9:27; 11:31; 12:11; Mat.24:15), en zal zichzelf in de tempel vertonen en vertonen dat hij God
is (2Thes.2:4). De dan nog levende Joden die deze gebeurtenissen zullen meemaken, worden aangeraden Jeruzalem te verlaten om hun leven te redden (Mat.24:16-20; Op.12:6, 13-17). Ze zullen over de Jordaan een veilig heenkomen zoeken, sommigen denken dan aan
Petra in Jordanië, om daar te verblijven tot aan de komst van Christus. Zo zien we een soort van antigoddelijke drie-eenheid: de Satan, het
beest uit de zee en het beest uit de aarde. De Antichrist, het beest uit de aarde, zal het gezag van het eerste beest uitoefenen in diens tegenwoordigheid, en maken dat zij die op de aarde wonen het beest aanbidden. Hij laat een beeld maken dat iedereen, op
straffe van de dood, zou moeten aanbidden. Het maakt dat men aan allen een merkteken geeft op hun rechterhand of voorhoofd zodat niemand kan kopen of verkopen zonder dat teken. (Op.13:11-18; 14:11). Leek zoiets voor enige decennia geleden nog onmogelijk, vandaag
de dag is dat niets bijzonders meer. De technische mogelijkheden zijn volop aanwezig, alleen is het nog wachten op de toepassing, en die gaat komen en misschien wel eerder dan we denken. De komst van Christus en de oprichting van het Vrederijk We keren nog even terug naar
de inval van Gog in het land Israël, want dat is aan het begin van de Grote Verdrukking in de tweede helft van de laatste jaarweek. Daarna volgt Harmageddon (Op.16:14-16), die zal plaatsvinden aan het einde van de Grote Verdrukking vlak voor de komst
van Christus. Dan zullen alle volken van de aarde zich verzamelen om tegen Jeruzalem ten strijde te trekken (Zach.14:1-2; Op.16:12-16). De rivier de Eufraat zal opdrogen om de doorgang van de volken van het oosten mogelijk te maken. Drie slagvelden worden
genoemd: (1) de vlakten van Armageddon, ook bekend als het dal van Jizreël of Esdralon, (2) het dal van Josafat (Joël 3:2,12) beter bekend als het Kidrondal, gelegen tussen de Olijfberg en Jeruzalem en (3) in Bosra in de buurt van Petra in Jordanië
(Jes.63:1). Het doel is om Jeruzalem in te nemen en het Joodse volk te vernietigen. De beschrijving van die gebeurtenis vinden we beschreven in Zacharia 12-14. Twee derden van het volk zal uitgeroeid worden, huizen geplunderd en vrouwen geschonden. Een derde
zal echter op wonderlijke wijze worden gespaard (Zach.14:2b; Micha 4:11-14). Maar dan, op het laatste moment, zal de Here uittrekken om tegen die volken te strijden, zoals Hij vroeger streed, ten dage van de krijg, zijn voeten zullen te dien dage staan op
de Olijfberg, die vóór Jeruzalem ligt aan de oostzijde; dan zal de Olijfberg middendoor splijten, oostwaarts en westwaarts, tot een zeer groot dal, en de ene helft van de berg zal noordwaarts wijken en de andere helft zuidwaarts; en gij zult
de vlucht nemen in het dal mijner bergen, want het dal der bergen zal reiken tot Asel; ja, gij zult de vlucht nemen, zoals gij de vlucht genomen hebt voor de aardbeving in de dagen van Uzzia, de koning van Juda. En de Here, mijn God, zal komen, alle heiligen
met Hem. En op die dag zal er geen kostelijk licht zijn, noch verstijving; ja, het zal één dag zijn – die is bij de Here bekend – geen dag en geen nacht; maar ten tijde van de avond zal er licht wezen’ (Zach.14:3-7). Ja, dan
‘zal het teken van de Zoon des mensen verschijnen in de hemel; en dan zullen alle stammen van het land weeklagen en zij zullen de Zoon des mensen zien komen op de wolken van de hemel met kracht en grote heerlijkheid’ (Mat.24:30) Tenslotte Op dit moment is het onmogelijk te weten
hoe de oorlog in Oekraïne verder zal verlopen en wat het voor verdere consequenties voor Europa en de rest van de wereld zal hebben. Ik denk dat we wel mogen dat de komst van de Heer Jezus zeer nabij is! Steeds duidelijker zien we dat de wereld klaar
is voor Gods oordeel. De schepping zucht en is in barensnood, de volken woelen en de koningen der aarde scharen zich in slagorde en de machthebbers spannen samen tegen de Here en zijn Gezalfde. Voor ons, gelovigen geldt: ‘Zie, de bruidegom komt. Gaat
uit Hem tegemoet’. ____________________________________________________________
Wat zegt de Bijbel?
‘De beer is los!’
(Vervolg) Voorwoord De brutale inval van Rusland in Oekraïne heeft veel in beweging gezet en grote angst onder de mensen gebracht. Al vrij gauw na de inval hoorden we geruchten in de media dat er mogelijk ‘een
derde wereldoorlog’ aan zat te komen. Een enquête in Vlaanderen bracht aan het licht dat 62% van de bevolking daarvoor vreesde. Slechts drie weken na de inval in Oekraïne, begonnen de mensen te hamsteren uit angst dat er binnenkort niet
voldoende voedsel meer te koop zou zijn. De dreiging van Rusland om biologische wapens of op beperkte schaal kernwapens te gaan gebruiken bracht een golf van angst en afkeer teweeg. Een dreigend tekort aan tarwe bestemd voor gebieden als Egypte en Afrika zou
een mogelijke hongersnood kunnen betekenen. Ook zou er een tekort aan zonnebloemolie ontstaan. De prijzen gingen omhoog voor energie en brandstof voor de auto en stegen al snel tot boven de twee euro. Wat begon als een conflict tussen twee landen, Rusland
en Oekraïne, had gevolgen in meerdere landen. De wereldwijde verbondenheid tussen alle continenten en landen zou aan een onvermijdelijke deelname aan het conflict ten grondslag kunnen liggen. De gevolgen zijn wereldwijd en op meerdere terreinen van de
maatschappij voelbaar; we denken maar aan de opgelegde sancties tegen Rusland. Angstvallig probeert Europa (de NAVO) en de rest van de wereld buiten het conflict te blijven, maar of dat op de lange duur mogelijk blijft is de vraag. De wreedheid van het geweld,
het plat bombarderen van complete steden, de vernietiging van de infrastructuur van Oekraïne en het groot verlies aan mensenlevens, de enorme vluchtelingenstroom, maakt dat andere landen of organisaties zoals de VN moeilijk langer afzijdig kunnen blijven.
Uit naam van de menselijkheid zal mogelijk moeten worden opgetreden! Zo hebben we in de achter ons liggende tijd kunnen constateren hoe snel de wereld kan veranderen! Hoe gaat het nu verder, heeft de Bijbel daar een antwoord op? Kort overzicht van de komende gebeurtenissen In het
voorgaand artikel van ‘De beer is los’ hebben we stilgestaan bij de rol van Rusland (Gog) in de eindtijd. Over de rol van Iran/Syrië of de Assyriër hebben we het nog niet gehad en dat gaan we in dit artikel doen waarmee ik ook een antwoord
probeer te geven op ontvangen vragen en opmerkingen van enkele oplettende lezers. Daarom is het goed, voordat we verder gaan, om in een beknopt overzicht alle aanstaande gebeurtenissen eerst nog eens op een rijtje te zetten. In 1948 is de staat Israël
opgericht, maar nog in ongeloof (Ez.37:8) daardoor zullen ‘de tijden van de volken’ spoedig vervuld zijn (Luk.21:24). Het eerste dat staat te gebeuren is de Opname van de Gemeente (1Kor.15:21v.; 1Thes.4:15vv.), waarna de zeventigste en laatste
jaarweek zal aanbreken (Dan.9:24-27). Vanwege de militaire dreiging uitgaande van Iran en/of Syrië (de Assyriër) en Rusland (Gog) zal Israël, beïnvloed door de Antichrist, een zevenjarig verdrag sluiten
met het Hoofd van het hersteld Romeins rijk (de EU) om verdere confrontaties te voorkomen, maar dat verbond zal echter voortijdig, op de helft, verbroken worden (Dan.9:27). De koning van het zuiden (Egypte) (Dan.11:5vv.)
zal, aan het begin van de Grote Verdrukking naar Israël optrekken (Dan.9:27; Mat.24:21). Die Grote Verdrukking, of de benauwdheid van Jakob dient tot tuchtiging van het volk Israël (Jer.30:7) en zal worden uitgevoerd door de koning van het noorden,
de Assyriër (Jes.10:5) gesteund of in samenwerking met de koning uit het verre noorden Rusland (Gog) maar zal daaruit gered zal worden (vgl. Jer.30:7). Daarna zal door de komst van de Messias een einde worden gemaakt aan de vijanden
van Israël die zijn opgetrokken naar Jeruzalem (Zach.14). Het overblijfsel van het volk Israël zal gered worden en het Vrederijk zal worden opgericht. Wat voor zin heeft zo’n eindtijdscenario voor ons? Tijdens het schrijven en het onderzoeken van de Bijbel over dit
onderwerp kwam de vraag bij mij op: ‘wat voor nut hebben al die bijbelgegevens over de tijd die ná de Opname zullen plaatsvinden voor ons als we hier toch niet meer zijn?’ Zijn ze niet veel nuttiger voor hen die in die periode nog tot geloof
komen? (Op.7:9-17). Want laten we eerlijk zijn, als de Heer Jezus zegt dat er ‘dan een grote Verdrukking zijn zal zoals er niet geweest is van het begin van de wereld af tot nu toe en er ook geenszins meer zal komen’, dan is dat niet iets om blij
van te worden, toch? Wat is het dan goed de beloften van de Heer Jezus te kennen die ons leren dat wij gelovigen ‘niet gesteld zijn tot toorn’ en dat we ‘Hem mogen verwachten, Jezus, die ons redt van de komende toorn’ (1Thes.1:9; 5:9).
Hij, de Heer Jezus, zal ons bewaren voor het uur van de verzoeking dat over het hele aardrijk zal komen om te verzoeken hen die op de aarde wonen’ (Op.3:10). Bijbels eindtijdscenario Nu het Bijbelse eindtijdscenario steeds dichterbij komt, krijgen we ook steeds meer zicht
op de komende gebeurtenissen. Hoewel de oorlog in Oekraïne niets met een Bijbels eindtijdscenario te maken heeft, kan het er wel toe leiden. Dat wil zeggen, de aandacht van de wereldpolitiek zal zich steeds meer richten op het Midden-Oosten en met name
naar het land Israël. En in dat scenario speelt Rusland, ‘de koning van het verre noorden’ een grote rol. De rol van een andere ‘eindtijdmacht’ is nog niet ter sprake gekomen en dat is Assur. Naast de ‘koning uit het
verre noorden’ (Rusland) wordt ‘de koning van het noorden’ vermeld in de profetieën en dat is Assur (Dan.11:6,7,8,13,15,28,40). Het is niet met zekerheid te zeggen welke huidige macht achter Assur schuilgaat, maar veel uitleggers denken
toch aan het huidige Iran en/of Syrië. De eerste vermelding van Assur vinden we in het boek Genesis waar hij als een van de zonen van Sem wordt genoemd (10:22; 1Kron.1:17). Assur of Assyrië lag ten noorden van Israël met als hoofdstad Nineve.
Maar ook al eerder – vóór de zondeval - vinden we al een vermelding van Assur in het boek Genesis: ‘De naam van de derde rivier is Tigris; deze stroomt ten oosten van Assur’ (Gen.2:14). Assur is het volk dat vroeger tot tuchtiging
van het zondige volk Israël werd gezonden, maar zal dat ook in de toekomst doen. ‘Wee Assur, die de roede van mijn toorn is en in welks hand mijn gramschap is als een stok’ (Jes.10:5). In 2 Koningen vinden we meerdere vermeldingen van de activiteiten
van de koningen van Assyrië. Bijbels gezien staat Rusland in geen enkel opzicht in relatie met Israël. Maar er is wel een andere ‘koning van het Noorden’ (Dan.11:6,7,8,13,15,28,40), te onderscheiden van ‘de koning van het verre
noorden’ (Ez.38:6,15; 39:2) die wel een geschiedenis heeft met Israël en dat is de Assyriër (Iran en/of Syrië), de oude vijand van Israël (Nahum 1:11). En deze ‘oude vijand’ is nog springlevend en zal in
de eindtijd nog een belangrijke rol spelen zoals we zullen zien. Het huidige Iran Het zal wel niemand verrassen wanneer ik zeg dat Iran zijn bedreigingen ten opzichte van Israël zal waarmaken in de nabije toekomst, het heeft namelijk nooit onder stoelen of banken gestoken
dat het Israël wil vernietigen. Daarom zorgde het nucleair programma van Iran voor veel onrust in de wereld. De regering van Iran stelde echter dat het eerste doel van het land het bouwen van kerncentrales is. Een ander genoemd doel is de productie van
medische radio-isotopen, voor onder andere bestraling van kanker. In 2013 werd een akkoord bereikt volgens welk Iran zijn nucleaire activiteiten terugschroefde en controle toestond. Op 14 juli 2015 werd in Wenen het Joint Comprehensive Plan of Action (JCPOA)
ondertekend. De sancties werden als uitvloeisel daarvan verlicht. In 2018 gaf de regering van de Verenigde Staten aan het akkoord niet te willen verlengen opdat het mogelijk zou worden nieuwe sancties op te leggen. De landen van de Europese Unie waren het
daar niet mee eens. Als reactie hierop besloot Iran meer uranium te gaan verrijken. Het land stelde dat het zich niet meer aan de internationale overeenkomst over de beperking van zijn nucleaire programma hoefde te houden als andere partijen dat ook niet doen.
We wachten af wat de besprekingen die nu in Wenen gehouden worden over de toekomst van het Iraans nucleair programma, maar de vrees voor het ontwikkelen kernwapens door Iran is reëel aanwezig. Verdragen We weten uit het verleden en heden wat plechtig gesloten verdragen waard zijn:
ze worden vaak met voeten getreden! Het zijn tenslotte ook maar papiertjes die je zo kunt verscheuren. Het verdrag betreffende de mensenrechten, diverse militaire verdragen, verdrag op het verbod of beperking van kernwapens, verbod op het in voorraad hebben
van chemische wapens, enz. zijn goed bedoelde pogingen om een vreedzame wereld te creëren en om het kwaad te beheersen, maar in de oorlog van Rusland tegen Oekraïne zien we wat ze waard zijn! In de eindtijd zal het in het land teruggekeerd overblijfsel
van Israël een verbond sluiten met het hersteld Romeins rijk, onder druk van de omstandigheden in die tijd. Het verbond zal gesloten worden met het beest uit de zee; het hersteld Romeins rijk in samenwerking met de antichrist. Zo lezen we in het boek
Daniël het volgende: ‘En hij zal het verbond voor velen zwaar maken, een week lang; in de helft van de week zal hij slachtoffer en spijsoffer doen ophouden’ (9:27) en er zal een ‘gruwel van de verwoesting’ worden opgericht (Mat.24:15v.).
We lezen: ‘Omdat gij zegt: Wij hebben een verbond met de dood gesloten en met het dodenrijk een verdrag gemaakt; wanneer de voortstormende gesel doortrekt, zal hij ons niet bereiken, want wij hebben leugen tot onze schuilplaats gesteld en in bedrog ons
verborgen’ (Jes.28:15). Maar die ‘veiligheid’ hield geen stand want wat zegt vers 18 ‘Dan zal uw verbond met de dood uitgewist worden en uw verdrag met het dodenrijk zal geen standhouden; wanneer de voortstormende gesel doortrekken
zal, dan zult gij daardoor vertrapt worden’. Veiligheid is niet het mijden van gevaar of pogingen het te voorkomen, maar de nabijheid van God en dat zal het volk Israël moeten leren in de Grote Verdrukking. Met het aanvaarden van de Messias door
Israël aan het einde van de Grote Verdrukking, als afsluiting van de laatste jaarweek van Daniël, zal de Zoon des mensen verschijnen (Mat.24:29v.; Zach.14). De trits Rusland–Syrië–Iran Eén van de gevolgen van de oorlog tegen Oekraïne is,
dat Rusland, Syrië, Iran en ook China nader tot elkaar zijn gekomen, vanwege de keuze van het westen – Europa en de VS - om Rusland voor zijn optreden in Oekraïne te sanctioneren. De Russische invasie in Oekraïne, de stroeve onderhandelingen
over een nieuw atoomverdrag met Iran en de beschuldigingen van genocide op de Oeigoeren in China zijn de voornaamste redenen voor de huidige spanningen. De Iraanse president Ebrahim Raisi probeert sinds zijn aantreden in juni 2021 de banden met Rusland en
China aan te halen, om zo de positie van Iran te versterken. Raisi sprak met Poetin en de Iraanse minister van Buitenlandse Zaken ging naar China voor een bezoek. De laatste jaren zagen we al een toenemende invloed van Rusland in het Midden-Oosten. Ze zijn
bondgenoot van Syrië en hebben vriendschappelijke betrekkingen met Turkije en China. De toenemende betrokkenheid van Rusland in het Midden-Oosten is bekend. Rusland beschikt over een helikopterbasis in Kamishli. Rusland heeft een permanente marinebasis
in Syrië bij de stad Tartus en een permanente militaire basis bij Hemeimeem in de westelijke provincie Latakia. De plannen voor een tweede basis wijzen op de intentie van het Kremlin om de Russische militaire rol in het land verder uit te breiden. Sinds
2015 steunt het Russische leger president Assad in de strijd tegen de opstandelingen. Syrië ging in januari 2017 al akkoord met de permanente militaire Russische aanwezigheid in het land. Toen werd een overeenkomst ondertekend waarin de Russen het recht
krijgen om 49 jaar in Tartus actief te zijn en voor altijd op de luchtmachtbasis Hmeimim. Door de aanwezigheid in Syrië is Rusland genaderd tot aan de grenzen van Israël! Samenwerking tussen de Iran en Gog De rol die de ‘koning van het verre noorden’ (Rusland) in
de nabije toekomst zal spelen is mogelijke een ondersteunende of uitvoerende macht in de plannen van de Assyriër, de koning van het noorden (Iran/Syrië). Dat Rusland al eerder op die manier een rol heeft gespeeld in het Midden-Oosten was tijdens
de burgeroorlog in Syrië die in 2011 begon. Iran en Rusland zijn deelnemers sinds 2015 op verzoek van de Syrische regering. Terwijl de Koerden in Noord-Syrië hulp kregen van het Syrische leger van president Assad om het Turkse offensief af te slaan,
profileerde Rusland zich meer en meer als bemiddelaar in het conflict. De Russische president Poetin steunt het Syrische regime, maar heeft ook de Turkse president uitgenodigd voor gesprekken in Rusland. Nu de Amerikanen volledig van het toneel zijn verdwenen
in het Midden-Oosten, trekt Rusland het laken naar zich toe. Rusland lijkt nu helemaal heer en meester te zijn in Syrië. Het Russische leger redde – samen met Iran - het regime van Assad van de ondergang in 2015. De aanhoudende steun voor Assad
lijkt nu meer en meer vruchten af te werpen. Rusland zal bemiddelen tussen Syrië en Turkije en zal misschien uiteindelijk meebepalen over een verdeling in invloedssferen. Het Westen kijkt machteloos toe vanaf de zijlijn. Hoever de vriendschap met Syrië
gaat zien we ook in de huidige oorlog in Oekraïne. Syrische huurlingen vechten aan Russische zijde: geharde, nietsontziende soldaten. De Russische president Vladimir Poetin noemt ze 'vrijwilligers uit het Midden-Oosten', die willen helpen bij de 'speciale
operatie' in Oekraïne. Maar in werkelijkheid gaat het om geharde strijders, die tegen betaling worden geronseld in Syrië. Voor Poetin zijn die huurlingen heel belangrijk. Volgens de Russische minister Sergej Sjojgoe (Defensie) hebben zich al 16.000
vrijwilligers uit het Midden-Oosten gemeld om mee te vechten met door Rusland gesteund milities in het oosten van Oekraïne. Daarop reageerde Poetin instemmend: ‘Als er mensen zijn die vrijwillig, zonder betaling, willen komen helpen (…) dan
moeten we er alles aan doen om ze te helpen om de gevechtszones te bereiken.’ Iran steunt Syrië vanwege het feit dat de president en zijn familie tot de sjiitische alawieten behoren. De banden met Rusland gaan terug tot ver in de tijd van de
Sovjet-Unie. Rusland steunt Syrië vaak binnen de Verenigde Naties. Israël De neutrale houding van Israël ten opzichte van Oekraïne maakt duidelijk dat zij balanceren op een koord dat elk moment dreigt te bezwijken. Er wordt gezegd dat ze goede politieke banden
met Rusland én met Oekraïne hebben en proberen een bemiddelende rol te spelen in het huidig conflict. Met het Russische leger dat in Syrië opereert, heeft Israël zijn reactie op de oorlog zorgvuldig in evenwicht gebracht. De Joodse staat
geniet een status quo met Moskou, waardoor de Israëlische luchtmacht het Syrische luchtruim kan gebruiken om Iraanse operaties aan te vallen. Israël heeft een verrassend centrale rol op zich genomen in de bemiddeling tussen Moskou en Kiev, aangezien
Bennett sinds het begin van de invasie verschillende oproepen van beide leiders kreeg. Zelensky ging zelfs zo ver om te zeggen dat vredesbesprekingen tussen Oekraïne en Rusland in Jeruzalem moeten worden gehouden. Tenslotte Het is niet mogelijk in kort bestek allerlei onderwerpen
in dit artikel volledig uit te werken, daarvoor zijn sommige te gecompliceerd en verwijs ik u naar de bestaande literatuur. Een uitzondering wil ik maken met betrekking tot ‘de koning van het noorden’ de Assyriër waarover ik binnenkort een
apart artikel hoop te schrijven, omdat dat onderwerp weinig bekend is in de eschatologische literatuur. _____________________________________________________________
Wat zegt de Bijbel?
‘De vervallen tent van David weer opgebouwd’ Ezechiël 37-48
‘Daarna zal Ik terugkeren en de tent van David weer opbouwen die vervallen is' (Hand.15:16) 1. Inleiding Over Gods handelen met betrekking tot zijn verbondsvolk Israël laat Gods Woord ons niet in het ongewisse, er worden ons een overvloed van teksten
gegeven zowel in het Oude als het Nieuwe Testament. Eeuwenlang is daar door de kerk geen aandacht aan besteed, omdat men ervan uitging dat er voor Israël geen toekomst meer was omdat haar plaats was ingenomen door de kerk. Ik doel op het zgn. substitutionalisme
(de vervangingstheologie) dat is de leer dat de Kerk het ‘geestelijk Israël’ is en daarmee in Gods heilswegen de plaats van Israël heeft ingenomen. Ik denk dat het volk Israël daar veel onrecht mee aangedaan is. Na het ontstaan
van de staat Israël in 1948 is daar gelukkig verandering ingekomen en hebben velen afgedaan met het vergeestelijken van teksten betreffende het herstel en toekomst van Israël. Maar ook vóór 1948 waren er al velen die in een toekomstig
herstel van Israël geloofden en verkondigden. Ik hanteer een letterlijke uitleg van Gods Woord zoals ook de Heer Jezus deed. Ik voel mij daarbij in goed gezelschap omdat mij geen
enkele profetie uit het Oude Testament bekend is die door de Heer Jezus vergeestelijkt wordt. De profetieën zijn te gedetailleerd om vergeestelijkt te kunnen worden en op de kerk toegepast. De Heer Jezus voorzegde een toekomst voor het Joodse vol (Luk.22:29),
de apostel Paulus (Rom.11) en eveneens de apostel Johannes (Op.22:1-6). Ook word ik door de gebeurtenissen die plaatsvinden in onze huidige wereld keer op keer bevestigd in mijn overtuiging dat er voor het volk Israël nog een geweldige toekomst is weggelegd!
De vervallen tent van David zal weer worden opgebouwd en de heerlijkheid des Heren zal weer terugkeren! (Ez.43:2). 2. Een hersteld volk (hoofdstuk 37)
Van de scheuring van het rijk in 10 en 2 stammen, dat plaats vond na de dood van koning Salomo (1Kon.12), is het volk nooit herstelt en zulk een herstel moet dus nog plaatsvinden. In Ezechiël
36 vinden we oorzaak vermeld waarom Israël onder de volken is verstrooid geworden (vs.16, 21). In datzelfde hoofdstuk wordt tevens Israëls herstel aangekondigd (vs.24-38) dat verder wordt uitgewerkt in het daaropvolgende hoofdstuk 37. Israël
zal terugkeren naar het land Israël (Ez.11:17), naar uw land en naar hun land (Ez.11:17; 36:24; 37:21) en het begin van de vervulling van die profetieën daarvan was, toen in 1948 de staat Israël werd opgericht. De
herrijzenis van Israël wordt beschreven in het gezicht was Ezechiël kreeg van het dorre doodsbeenderen dal. Uit vers 11 leren we de betekenis van deze dorre beenderen: ‘Mensenkind, deze beenderen zijn het gehele huis Israël’. Dan
volgt een beschrijving van een geleidelijk herstel: de beenderen voegden zich aaneen, er kwamen spieren op en vlees en er trok een huid overheen (vs.7-8). Dat is wat we gezien hebben de laatste decennia een geleidelijk groei van het volk Israël en het
in cultuur brengen van het land. Moerassen zijn drooggelegd, steden en dorpen gesticht, het land tot ontwikkeling gebracht en vanaf 1882 zijn er meer dan 3 miljoen Joden uit alle vijf continenten teruggekeerd naar hun vaderland zodat er nu meer dan 6 miljoen
Joden wonen. Wie had dat kunnen bedenken toen tijdens de twee wereldoorlog miljoenen Joden werden uitgeroeid in de holocaust? Zoals zij zeggen: Onze beenderen zijn verdord en onze hoop is vervlogen! (Vs.11), maar dan hebben ze buiten de Here God gerekend want
Hij heeft gedachten van vrede over hen en niet van onheil, om het volk Israël een hoopvolle toekomst te geven (Jer.29:11). Maar één ding ontbrak nog… geest was er nog niet in hen! Het meest fundamentele ontbreekt nog, hun terugkeer
naar God! Iedereen die wel eens een bezoek heeft gebracht aan het land Israël weet dat er niet veel gelovige Joden zijn. Statistisch hangt 82% het joodse geloof aan maar dat is meer cultuur dan echt geloof, zoals dat ook in België of andere landen
in Europa het geval is. Maar een terugkeer naar het land is niet voldoende, er moet ook een terugkeer naar de God van het land zijn! 3. De hereniging (hoofdstuk
37) Het laatste gedeelte van hoofdstuk 37 beschrijft de hereniging van de 10 stammen van Israël en de twee stammen Juda en Benjamin. Er zal een wonder gebeuren, de twee en
tien stammen zullen weer tot één volk worden, zoals de twee stukken hout tot één worden. Spreekt het eerste gedeelte van dit hoofdstuk over het recente verleden en de herrijzenis van het volk Israël, het tweede gedeelte spreekt
over de hereniging van het volk in de nabije toekomst. Eén volk en één koning, want ‘mijn knecht David zal hun voor eeuwig tot vorst zijn! (37:24, 25). Wie anders dan de Heer Jezus zal die Koning zijn! Er zal een verbond gesloten
worden: ’Zie, de dagen komen, luidt het woord des Heren, dat Ik met het huis van Israël en het huis van Juda een nieuw verbond sluiten zal’ (Jer.31:31). ‘Mijn heiligdom, mijn woning zal voor eeuwig te midden van hen staan (vs.26-28).
De beschrijving daarvan vinden we terug in de hoofdstukken 40-46. Zoals bekend verondersteld weten we dat een groep religieuze Joden al jarenlang bezig is met de voorbereiding van de herbouw van de tempel. Maar zover is het nog niet want er staat nog heel
wat te gebeuren en ook daarvan zien we de schaduwen duidelijker en duidelijker worden, ik bedoel de situatie in het Midden-Oosten. Want niet alleen Israël is weer in het land, de vijgenboom, maar ook alle andere ‘bomen’ (landen) zijn uitgelopen
Luk.21:29-30). We denken maar aan Iran, Irak, Syrië, Libanon en Jordanië, stuk voor stuk staten die er honderd jaar geleden nog niet waren. Alle genoemde landen staan zeer vijandig tegenover Israël, het bewijs van hun vijandigheid vinden we
in de diverse oorlogen die Israël in haar korte bestaan heeft moeten voeren om niet onder de voet gelopen te worden. En die vijandigheid neemt met de jaren die verstrijken toe en zal tot het hoogtepunt komen in de slag van Armageddon, waarvan we een beschrijving
vinden in de volgende twee hoofdstukken! 4. De overwinning (hoofdstuk 38-39) In de
volgende hoofdstukken wordt de strijd beschreven tussen Gog, in het land Magog en ‘het land (Israël) dat zich van de krijg heeft hersteld, een volk dat uit het gebied van vele volken bijeengebracht is op de bergen Israëls’ (38:8). Gog
zal een persoon zijn zoals blijkt uit vers 2, hij is namelijk de grootvorst van Mesek en Tubal. Drie keer wordt er ook gesproken dat ze komen uit het verre noorden (38:6,15; 39:2), terwijl van Israël gezegd wordt dat ze op de navel der aarde wonen, wat
symbolisch verstaan moet worden als de levenslijn waarmee God met het volk in verbinding staat. Het is door een groot aantal bijbeluitleggers algemeen aanvaard onder Rusland Gog en Magog Rusland te verstaan, mede door de klankverwantschap van Mesek (Moskou)
en Tubal (Tobolsk). Verder zien we in dit gedeelte dat Gog en Magog een grote rol gaan spelen in de eindtijd. Sedert enkele jaren weten we dat Rusland permanente militaire basissen in Syrië heeft en een marinebasis in Tartous en een grote rol speelt in
het Midden-Oosten. Daardoor wint Rusland aan invloed in dit gebied. Kort na het uitbreken van de Arabische Lente in 2011 barstte de burgeroorlog in Syrië uit en vanaf die tijd is het Midden-Oosten veranderd in regio vol conflicten. We denken maar aan
het conflict tussen Saudi-Arabië en Yemen en daaraan gerelateerd de vijandschap en spanningen tussen Saudi-Arabië en Iran. De strijd tegen de IS die ook nu, in 2019 nog lang niet opgelost is en mogelijk weer op gaat laaien nu Turkije het noorden
van Syrië is binnen gevallen om tegen de Koerden te strijden. En dan Syrië zelf dat totaal verdeeld en verwoest is en vanwaar miljoenen inwoners gevlucht zijn naar Europa of in kampen in Turkije zitten. Je houdt je hart vast bij zoveel geweld en
verwarring; waar gaat dit eindigen? Gods Woord leert ons dat de uiteindelijk strijd tegen Israël zal gaan en daarover gaan deze twee hoofdstukken. In de strijd tegen Israël zal Gog de leider zijn van de aanval op Israël en andere krijgsbende
en volken zullen hem helpen (38:15,22). Te dien dage zullen er plannen in zijn hart opkomen en zij zullen een aanslag beramen. Dat dit door God zo beschikt is, daarvan zal hij geen besef hebben, want zij kennen de gedachten des Heren niet en verstaan zijn
raadslag niet, dat Hij hen verzamelt als schoven op de dorsvloer’ (Mi.4:12). Daar, op de bergen van Israël, zal de Here hen vernietigen en Israël uitkomst geven. We weten
niet hoe de situatie zich in de komende tijd zal gaan ontwikkelen maar wat we wel met zekerheid kunnen zeggen is dat de voorzeggingen in Gods Woord vervuld zullen worden. 5.
De nieuwe tempel (hoofdstuk 40-46) De tempel zoals beschreven in deze hoofdstukken is nog nooit gebouwd en zal dus nog moeten plaatsvinden. Er zijn vier interpretaties
met betrekking tot de beschrijving van de tempel. (1) De ideale interpretatie. Deze visie vergeestelijkt de beschrijving van de tempel in die zin dat men hierin een voorbeeld ziet van hóe de dienst aan God zou moeten plaatsvinden ook voor de nieuwtestamentische
gemeente. Maar hen die de vergeestelijkingstheorie aanhangen zullen grote moeite hebben deze hoofdstukken uit te leggen omdat er zoveel details gegeven worden. Misschien kun je beter zeggen dat je met de vergeestelijkingstheorie alles kunt ‘uitleggen’!
(2) Een andere visie is dat de beschrijving van de tempel door Ezechiël een voorbeeld is hoe deze gebouwd moest worden ná de ballingschap onder Ezra en Nehemia. Maar de oudere Joden huilden toen die tempel klaar was, niet omdat het te vergelijken
was met de tempel van Ezechiël, maar die van Salomo! (Ezra 3:10-13). (3) De derde visie is dat het een beschrijving is, en vooruitblik van de tempel die Johannes in het boek Openbaring 21 beschrijft. (4) De letterlijke interpretatie. In deze beschrijving
ziet men de blauwdruk van de tempel die in het Vrederijk in gebruik zal worden genomen. Deze visie neemt de tekst letterlijk en vergeestelijkt het niet, maar dat wil niet zeggen dat alles wat er staat gemakkelijk is om uit te leggen. Om te beginnen weten we
dat er over twee tempels gesproken wordt in het Nieuwe Testament. De eerste is de tempel waarin de antichrist, de mens van de zonde, de zoon van het verderf zichzelf vertonen dat hij God is (Dan.9:24, 26-27; Mat.24:15; 2Thes.2:1-4; Op.11:1, 15:5). De tweede
is de tempel die Ezechiël beschrijft en in het Vrederijk aanwezig zal zijn. Het is niet alleen Ezechiël die spreekt over een toekomstige tempel voor Israël maar ook andere profeten. Voor verdere studie verwijs ik naar de volgende teksten: Jes.2:1-5,
60:7,13; Jer.33:18; Jl.3:18; Mi.4:2; Hag.2:7-9; Zach.6:12-15, 14:16, 20-21). De tempel is belangrijk, maar nog meer is de heerlijkheid die de tempel zal vervullen. Gods heerlijkheid
had de tabernakel eerder verlaten (1Sam.4:19-22). De tabernakel werd vervangen door de tempel van Salomo, waaruit de heerlijkheid was vertrokken, voordat deze door de Babyloniërs werd vernietigd (Ez.9:3; 10:4; 11:22-23). Er is geen bewijs dat Gods heerlijkheid
in de tempel van Herodus aanwezig is geweest, dan alleen in de Persoon van de Heer Jezus en in die betekenis bracht Hij de heerlijkheid van God terug naar de tempel (Joh.1:14; Hag.2:7). Wanneer de Heer Jezus zal komen op de Olijfberg zal de heerlijkheid van
God weer aanwezig zijn en de tempel vervullen (Ez.43:1-5; Hand.1:9-12; Zach.14:4) 6. Het nieuwe land (hoofdstuk 47-48) De bezoekers van mijn website verwijs ik v.w.b. de toepassing van dit gedeelte naar de rubriek: Profetische Boeken op mijn website www.bijbelstudiesgerardwesterman.be.
Door het water dat onder de drempel van het huis, ten zuiden van het altaar gaat stromen, zal het land herleven. Alle zegen van God komt vanaf het altaar. Ezechiël beschrijft de genezing van
het land als zegen voor het volk, er zal een geweldige verandering plaatsvinden. Het water zal oostwaarts stromen en in de zee worden uitgestort; de Dode Zee. Overal waar de beek komt ontstaat er leven. De Dode zee zal levend worden en er zullen vissen van
allerlei soorten zijn die de vissers in hun netten zullen vangen. Vruchtbomen zullen opschieten en vrucht dragen vanwege het water dat uit het heiligdom komt. Leven, genezing, vrucht en groei zijn in dit gedeelte de kernwoorden. Een vergelijking met Openbaring
22:1-5 ligt voor de hand. Wie ooit in Israël is geweest en de streek van de Dode Zee heeft bezocht zal het niet meer herkennen. De grenzen van het land worden beschreven, de Middellandse
Zee zal de westgrens zijn; het noorden een lijn van Tyrus naar Damascus; in het oosten zal de rivier de Jordaan en de Dode Zee de grens vormen; en het zuiden zal de rivier van Egypte de grens zijn. Alle stammen zullen zich binnen deze grenzen zijn en geen
aan de overkant van de Jordaan. De verdeling van het land wordt beschreven in hoofdstuk 48. ‘Dit is het land, dat gij ten erfdeel moet verloten onder de stammen Israëls, en
dit zijn hun delen, luidt het woord van de Here Here’ (vs.29). Ezechiël sluit af met een beschrijving van de poorten van de stad, waarvan de naam voortaan zal zijn: de Here
is aldaar. ______________________________________________________________
Wat zegt de Bijbel?
Is de vernietiging van Israël aanstaande? Deel 1 Ezechiël 38-39 Woord vooraf Voordat u begint met het lezen van dit artikel is het goed om eerst (nog) eens het artikel op mijn website ‘De
vervallen tent van David weer opgebouwd’ in de Rubriek: Profetische Boeken 2 eens te lezen, die handelen namelijk over de hoofdstukken 37-48 van het boek Ezechiël, de in de hoofdstukken 38-39 beschreven gebeurtenissen, die we nu voor ons hebben,
zijn vrij complex. Inleiding Vanaf het begin van haar bestaan als moderne staat in 1948, wordt Israël bedreigt in haar bestaan, getuige de vele oorlogen die ze hebben moeten voeren met de omliggende landen. Dat het volk Israël door de eeuwen heen vervolgd
is geworden, daar is niets nieuws mee gezegd. Daar zijn veel boeken over geschreven, ik denk maar het standaardwerk van de auteur Werner Keller met als titel ‘En zij werden verstrooid onder alle volken’, de geschiedenis van het Joodse volk na het
Bijbelse tijdvak. Maar het was ook voorzegt, en voor gewaarschuwd, en dat al heel vroeg in haar bestaan als volk van God, dat wanneer ze ontrouw werden aan God, de uiterste consequentie de volgende zou zijn: ‘Maar indien gij niet luistert naar de stem
van de Here, uw God, en niet al zijn geboden en inzettingen, die ik u heden opleg, naarstig onderhoudt, dan zullen de volgende vervloekingen alle over u komen en u treffen. De Here zal u verstrooien onder alle natiën van het ene einde der aarde tot het
andere; aldaar zult gij andere goden dienen, die noch gij noch uw vaderen gekend hebben: hout en steen. Gij zult onder die volken geen rust vinden noch een rustplaats voor uw voetzool; de Here zal u daar een bevend hart geven, ogen vol heimwee en een kwijnende
ziel. Zonder ophouden zal uw leven in gevaar verkeren; des nachts en des daags zult gij opschrikken en van uw leven niet zeker zijn. Des morgens zult gij zeggen: Was het maar avond; en des avonds: Was het maar morgen – vanwege de vrees, die uw hart vervult,
en vanwege het schouwspel, dat uw ogen zien. De Here zal u op schepen naar Egypte terugbrengen langs de weg, waarvan Ik u gezegd had: Gij zult die nooit weerzien; gij zult daar aan uw vijanden als slaven en slavinnen te koop aangeboden worden, maar er zal
geen koper zijn’ (Deut.28:15, 64-68). In 606 v.Chr. vond dan de eerste ballingschap plaats dat het begin was van de verstrooiing van de Joden onder alle volken van deze wereld, tot 1948 toen er weer een staat Israël werd opgericht. Ikzelf ben heel vaak in Israël geweest en kan getuigen dat ‘de woestijn weer is gaan bloeien als een roos’ (Jes.35:1). Dat heeft tot veel jaloezie geleid bij de omliggende
volken, die ver zijn achtergebleven in hun ontwikkeling en met de moderne wereld niet kunnen meekomen. Vooral toen het regime van Saddam Hoessein viel, de burgeroorlog in Syrië ontstond en de vreselijke praktijken van IS wereldnieuws werden, is de situatie
in het hele Midden-Oosten drastisch veranderd. Ja, Israël zou hersteld worden, en voor een deel is dat al zo, maar tot het einde toe zal er strijd zijn, verwoestingen waartoe vast besloten is’ (Dan.9:26). Het kleine landje is omringt door vijanden,
waarvan zelfs één vijand binnen haar grenzen, de PLO. Daar komt bij dat al deze landen voor het grootste gedeelte aanhangers van de Islam zijn. In dit artikel zullen we zien wie de vijanden van het huidige Israël zijn, nú en in de
nabije toekomst. Zal Israël het hoofd boven water kunnen houden? Volgorde van de gebeurtenissen:
Voor alle duidelijkheid een kort overzicht van de komende gebeurtenissen. In het begin van de ure van de verzoeking die over de hele aarde zal komen, de laatste jaarweek van Daniël,
(1) zal Israël een verbond sluiten met Europa, het Hersteld Romeins Rijk; (2) De koning van het noorden met zijn bondgenoten valt Israël binnen op de helft van deze jaarweek en zal verslagen worden; (3) Het beest uit de aarde, de Antichrist (Op.13:11;)
verbreekt het gesloten verbond (Dan.9:27); (4) De koning van het noorden wordt verslagen; (5) Het land wordt in bezit genomen door de legers van het beest; (6) Het beest gaat regeren; (7) De koning van het Oosten komt; (8) De volkeren verzamelen zich rond
Jeruzalem (9) Christus zal verschijnen. De betrokken volken In hoofdstuk 38 worden naast Israël, dat terug is en in het land in gerustheid woont (38:8,11,14), nog een aantal andere volken vermeld. Magog, dat is Rusland de vroegere Sovjet-Unie (38:2-3,15),
Perzië, dat is Iran, het vroegere Perzië (38:5), Ethiopiërs (38:5), Putters, dat is Libië of Somalië (38:5), Gomer, dat is Centraal-Turkije (38:6), Bet-Togarma, dat is Oost-Turkije, het vroegere land Frygië (38:6). Deze landen
zijn stuk voor stuk antisemitisch gezind. Seba, Dedan en Tarsis hebben geen deel aan de toekomstige inval in Israël. Om nog even terug te komen op het volk Israël, deze wordt verder aangeduid als: ‘het land dat zich van de krijg hersteld heeft,
(een volk) dat uit het gebied van vele volken bijeengebracht is op de bergen Israëls die tot een blijvende wildernis waren geworden, maar het is uit de volken uitgeleid; allen wonen zij in gerustheid’ (38:8), en ook vers 12 ‘een natie die
uit het gebied der volken bijeengebracht is, die have en goed heeft verworven, die op de navel der aarde woont’. Dat daar beschreven volk kan niet anders dan het volk Israël zijn. De namen Gomer en Magog komen voor de eerste keer tegen in Gen.10:2, evenals Tubal en Mesek. Gog (een naam, geen volk) wordt elf keer vermeld in hoofdstuk 38 en 39:1 met als extra vermelding ‘uit het verre noorden’ (38:6,15;
39:2). Gog zal de leiding nemen in het conflict met Israël. Recente ontwikkelingen laten ons de betrokkenheid, vooral op militair terrein, van Rusland in het Midden-Oosten
zien. Tot voor kort beschikken ze over twee permanente militaire marinebasis in Syrië. Ze zijn bondgenoot van Syrië en hebben vriendschappelijke betrekkingen met Turkije. Poetin en Erdogan kunnen het goed met elkaar vinden de laatste paar jaar en
breiden hun activiteiten al uit naar de overkant van de Middellandse Zee, in Libië, met name. Enkele willekeurige krantenkoppen van de laatste paar jaar bevestigen de toenemende betrokkenheid van Rusland in het Midden-Oosten: ‘Rusland richt een
helikopterbasis in bij een luchthaven in Kamishli, een plaats aan de Noord-Syrische grens. De nieuwe basis wordt beschermd door raketsystemen’ - ‘Rusland krijgt tweede permanente marinebasis in Syrië Daartoe wordt de elementaire basis
bij de stad Tartous, die nu geleast wordt van Syrië, uitgebreid en versterkt’ – ‘Rusland heeft al een permanente basis bij Hemeimeem in de westelijke provincie Latakia. De plannen voor een tweede basis wijzen
op de intentie van het Kremlin om de Russische militaire rol in het land verder uit te breiden. Sinds 2015 steunt het Russische leger president Assad in de strijd tegen de opstandelingen’ - ‘Vorige week werd bekend dat Rusland een
hypermodern S-300 raketsysteem op de basis bij Tartous heeft geplaatst. De luchtdoelraketten zijn volgens Moskou bedoeld om de Russische marineschepen in de haven van Tartous te beschermen. De tweede marinebasis maakt het mogelijk om meer Russische schepen
naar de Middellandse Zee te brengen, die in Tartous kunnen bijtanken en bevoorraad kunnen worden’ – ‘Rusland versterkt zijn vloot in de Middellandse Zee bij Syrië’ – ‘Rusland installeert militaire basis met raketsystemen
in Noord-Syrië’, enzovoort. Door zijn aanwezigheid in Syrië is Rusland genaderd tot aan de grenzen van Israël! Dit doet mij denken aan Ezechiël 38:4 waar het woord des Heren zegt: ‘Zo zegt de Here Here: zie, ik zàl
u, Gog, grootvorst van Mesek en Tubal! Ik zal u komen halen, haken slaan in uw kaken en u doen uittrekken met uw gehele leger’. Israëls welvaart Te midden van de omliggende volken (Ez.5:5) is Israël een toonbeeld van welvaart en voorspoed;
‘een natie dat have en goed heeft verworven’ (38:12-13;). Vooral de laatste jaren zijn er enorme gasvoorraden voor de kust van Israël gevonden, die de welvaart van het land nog meer zullen vergroten. Enkele krantenkoppen: ‘Israël
heeft in de afgelopen jaren voor de kust van Haifa belangrijke gasvondsten gedaan. De voorraden zijn groot genoeg om het land de komende tientallen jaren van aardgas te voorzien. Volgens een deskundige kan Israël in de toekomst bovendien gigantische hoeveelheden
olie produceren’ – ‘In 2009 werd een groot aardgasreservoir van 311 miljard kubieke meter (BCM) voor de kust van Israël ontdekt. In de volgende paar jaar werd een nog groter reservoir gevonden (600 BCM). Het reservoir Leviathan was de
grootste aardgasvondst in twee decennia. Aanvullende ontdekkingen hebben voldoende aardgas geproduceerd om 200 jaar lang in de behoeften van Israël te voorzien. In januari 2014 schatte het Oil & Gas Journal de bewezen oliereserves van Israël
op 11,5 miljoen vaten en de bewezen reserves aan aardgas op 10,1 biljoen kubieke voet. Hoewel geen enkele statistiek Israël in de top-40 plaatst, zijn deze totalen aanzienlijk hoger dan een paar jaar geleden. Israël kan in ieder geval zelfvoorzienend
zijn op het gebied van olie en aardgas. Het gaat zelfs gas exporteren naar andere landen. Met de opbrengsten ervan kan Israël veel dingen doen om de welvaart en de levensstandaard van de bevolking te vergroten’ – ‘Cyprus, Griekenland
en Israël gaan samen gaspijplijn leggen. In Athene hebben de regeringsleiders van Cyprus, Griekenland en Israël een samenwerkingsovereenkomst ondertekend, om samen een gaspijplijn te leggen in de Middellandse Zee. Die zal meer dan 2.000 kilometer
lang zijn. Tegen 2025 moet er op die manier Israëlisch gas naar Europa getransporteerd kunnen worden’ – ‘Ondanks dreigementen van het regime van de Turkse dictator Erdogan hebben Israël, Cyprus en Griekenland een overeenkomst ondertekend
voor een nieuwe gaspijpleiding van Israël en Cyprus naar Griekenland. In de toekomst kan deze pijpleiding wel eens in 10% van de Europese aardgasbehoeften gaan voorzien. Ankara had juist besloten om tegen alle maritieme wetten en afspraken in de economische
zone van Libië –dat de facto een ‘client state’ van Turkije wordt- dermate te vergroten, dat een deel van de wateren van Kreta eronder vallen. De Turken beweren nu dat ze veto recht hebben over deze nieuwe pijpleiding. De exploitatie
van het aardgas in het oosten van de Middellandse Zee lijkt hiermee een almaar serieuzere trigger te worden voor een toekomstige nieuwe grote Midden-Oosten oorlog’. Het podium is klaar Let op de laatste zin van de vorige perikoop: ‘De exploitatie van het
aardgas in het oosten van de Middellandse Zee lijkt hiermee een almaar serieuzere trigger te worden voor een toekomstige nieuwe grote Midden-Oosten oorlog’. Het is frappant: Israël wordt steeds rijker, de omliggende landen steeds armer ten gevolge
van oorlogen en onlusten. Hoe nu verder, want dat het tot een escalatie moet komen is iedereen wel duidelijk. Wat er de komende jaren staat te gebeuren is kort omschreven door de profeet Micha: ‘Wel zijn nu vele volkeren tegen u vergaderd, die zeggen:
Zij worde ontwijd, en mogen onze ogen zich aan Sion verlustigen! Maar zij kennen de gedachten des Heren niet en verstaan zijn raadslag niet, dat Hij hen verzamelt als schoven op de dorsvloer. Sta op en dors, gij dochter Sions; want Ik zal
uw hoorn van ijzer maken en uw hoeven van koper, en gij zult vele volkeren verbrijzelen en gij zult hun onrechtmatig gewin door de ban aan de Here wijden, en hun vermogen aan de Here der ganse aarde’ (Micha 4:11-13). Dit is in het kort een
schets van de gebeurtenissen die we vinden in Ezechiël 38 en 39. Vooral de zinsnede: ‘Maar zij kennen de gedachten des Heren niet en verstaan zijn raadslag niet, dat Hij hen verzamelt als schoven op de dorsvloer’ is intrigerend. Wie
had tot voor enige jaren geleden, kunnen vermoeden dat ‘Gog uit het verre noorden’ (38:14-15) van grote invloed zou kunnen zijn en worden in het Midden-Oosten? Maar Ezechiël schrijft dat God achter dit alles zit: ‘Ik zal u komen halen,
haken slaan in uw kaken en u doen uittrekken met uw gehele leger: paarden en ruiters, allen volledig uitgerust, een grote schare, met grote en kleine schilden, allen vertrouwd met het zwaard; ook Perzen, Ethiopiërs en Puteeërs, allen met schild
en helm; Gomer en al zijn krijgsbenden; Bet-Togarma ver in het noorden met al zijn krijgsbenden – vele volken met u’ (38:4-6). Maar dat God achter de schermen de leidende rol in deze gebeurtenissen heeft weten de wereldmachten niet, want zij
kennen de gedachten des Heren niet en verstaan zijn raadslag niet! Naast Israël en Rusland is er echter nog een macht die grote invloed heeft en zal uitoefenen
in het Midden-Oosten, en dat is Europa, of beter gezegd het Hersteld Romeins Rijk, het beest dat uit de aarde opkomt (Op.13:1). Europa, niet alleen een grote economische macht maar ook een macht met grote politieke invloed, die zal dan ook in de nabije toekomst
een 7-jarig verbond met Israël sluiten (Dan.9:27). ---------------------------------------------------------------------------------------
Wat zegt de Bijbel?
Is de vernietiging van Israël aanstaande? Deel 2 Ezechiël 38-39 De Opname De eerstvolgende gebeurtenis die voor de deur staat is de Opname van de Gemeente, die daarmee ook een zevenjarige periode inluidt, die door velen de Grote Verdrukking genoemd, of,
zoals de Schrift het zegt ‘de ure van de verzoeking die over het hele aardrijk zal komen’, de laatste van de zeventig jaarweken van Daniël (Op.3:10; Dan.9). De gebeurtenissen in deze laatste periode zijn divers en het is niet gemakkelijk het
overzicht te behouden. Over de bijzonderheden en het onderscheid met betrekking tot de komst van de Here Jezus voor het volk Israël en de Gemeente houden we ons dan ook niet bezig, daartoe dienen andere artikelen in de rubriek: Eschatologie van mijn website.
Datzelfde geldt voor de antichrist. In deze ‘ure van de verzoeking’, die gelijkstaat met de laatste jaarweek van Daniël komen de profetische lijn van de gehele Schrift samen. In aansluiting op de Opname zal het Hoofd van het Romeinse Rijk,
‘het beest uit de zee’ (Op.13:1), een verbond van zeven jaar sluiten met Israël (Dan.9:27), als garantie tegen aanvallen van de vijandige machten, onder leiding van Rusland, die Israël van de aardbodem willen vegen. Dat Europa een steeds
meer dominantere rol in het Midden-Oosten zal moeten spelen heeft ook te maken met het gegeven dat Amerika, onder leiding president Trump, zich steeds meer uit het politieke wereldgebeuren terugtrekt. Israël geniet nu nog het voordeel van de sympathie
van Trump, maar als die niet meer aan de macht is, wat dan? De inval van Gog en zijn bendes zal kort voor de tweede helft van de
laatste jaarweek plaatsvinden, dus zo’n drieënhalf jaar ná de Opname. In de eerste drieënhalfjaar zullen dan de oordelen, die beschreven staan in Openbaring 6-8 plaatsvinden (zie: Mat.24:6-8). Het zal dan een tijd van grote sociale onrust
zijn en grote benauwdheid onder de volken en de mensen zullen het besterven van bangheid en angst (Luk.21:24-25). In het midden van die laatste jaarweek zal het zevenjarig verbond dat met Israël gesloten is verbroken worden, zeer ten nadele van Israël
uiteraard. Daarmee begint dan ook de eigenlijke Grote Verdrukking, de Dag des Heren, of ‘de benauwdheid van Jakob (Jer.30:7; Dan.12:1). Een uitvoerige beschrijving van die ‘dag’, of periode wordt beschreven in het boek van de profeet Joël
hoofdstuk 2. De inval door Gog en de Dag des Heren (Jer.38:14-23) Met de inval van Gog in Israël, het verbreken van het gesloten verbond met Europa en Israël,
en de intrede van de Antichrist begint de eigenlijke dag des Heren, de Grote Verdrukking of de benauwdheid van Jakob (Jer.30:7). Het zal dus een chaotische wereld zijn op dat moment. Zoals gezegd ben ik van mening dat Rusland en die met hem verbonden zijn,
Israël zal binnenvallen in het midden van de laatste jaarweek, maar die aanval zal vastlopen vanwege grote tegenstand. (1) Er zal een grote aardbeving komen (38:19-20), er zal (2) een grote verwarring zijn (vs.21) die oorzaak zal zijn dat de legers elkaar
zullen bevechten. Er zal een grote plaag, pest komen waardoor velen omkomen, en tenslotte (4) breken de natuurmachten los, stromende regen, hagelstenen, vuur en zwavel (vs.22). De Here zal het voor zijn volk opnemen en ‘het huis Israëls zal weten,
dat Ik de Here hun God ben, van die dag af en voortaan’ (39:22). We moeten de beschrijving van deze strijd niet verwarren met de strijd die is beschreven in Openbaring 20:7-10 en ná het duizendjarig vrederijk zal plaatsvinden (Op.20:7).
De antichrist Het tweede beest, de antichrist (Op.13:11) zal zich dan ook in de tweede helft van de laatste jaarweek, de Grote Verdrukking openbaren. Het mag duidelijk zijn dat de Satan, die vanaf het begin van de Bijbel prominent aanwezig is om
Gods plannen met betrekking tot deze schepping, te dwarsbomen, weet dat hij nog weinig tijd heeft (Op.12:12), en hij zal dan ook alles wat in zijn vermogen ligt gebruiken om de komst van het aanstaande rijk van Christus te verhinderen. Satan is de macht die
het beest uit de zee zal beïnvloeden en aansturen om met het Hoofd van het Hersteld Romeins rijk, Europa, een zevenjarig verbond te sluiten, die het op de helft zal verbreken (Dan.9:27). De Antichrist, het beest uit de aarde, zal dan het hoogtepunt van
zijn vermeende macht bereiken, de tempel innemen en een ‘gruwel van verwoesting’ waarvan sprake is in het boek Daniël oprichten (Dan.9:27; 11:31; 12:11; Mat.24:15), en zal zichzelf in de tempel vertonen en vertonen dat hij God is (2Thes.2:4).
De dan nog levende Joden die deze gebeurtenissen zullen meemaken, worden aangeraden Jeruzalem te verlaten om hun leven te redden (Mat.24:16-20; Op.12:6, 13-17). Ze zullen over de Jordaan een veilig heenkomen zoeken, sommigen denken dan aan Petra in Jordanië,
en daar verblijven tot aan de komst van Christus. Zo zien we een soort van antigoddelijke drie-eenheid: de Satan, het beest uit de
zee en het beest uit de aarde. De Antichrist, het beest uit de aarde, zal het gezag van het eerste beest uitoefenen in diens tegenwoordigheid, en maken dat zij die op de aarde wonen het beest aanbidden. Hij laat een beeld maken dat iedereen, op straffe van
de dood, zou moeten aanbidden. Het maakt dat men aan allen een merkteken geeft op hun rechterhand of voorhoofd zodat niemand kan kopen of verkopen zonder dat teken. (Op.13:11-18). Leek dit voor enige decennia geleden nog onmogelijk, vandaag de dag is dat niets
bijzonders meer. De technische mogelijkheid is aanwezig, alleen is het nog wachten op de toepassing, en die gaat komen en misschien wel eerder dan de mensen verwachten. De komst van Christus en de oprichting van het Vrederijk We keren nog even terug
naar de inval van Gog in het land Israël, want dat is aan het begin van de Grote Verdrukking. Daarna volgt Harmagedon (Op.16:14-16), die zal plaatsvinden aan het einde van de Grote Verdrukking vlak voor de komst van Christus. Dan zullen alle volken van
de aarde zich verzamelen om tegen Jeruzalem ten strijde trekken (Zach.14:1-2; Op.16:12-16). De rivier de Eufraat zal opdrogen om de doorgang van de volken van het oosten mogelijk te maken. Drie slagvelden worden genoemd: (1) de vlakten van Harmagedon, ook
bekend als het dal van Jizreël of Esdralon, (2) het dal van Josafat (Joël 3:2,12) beter bekend als het Kidrondal, gelegen tussen de Olijfberg en Jeruzalem en (3) in Bosra in de buurt van Petra in Jordanië (Jes.63:1). Het doel is om Jeruzalem
in te nemen en het Joodse volk te vernietigen. De beschrijving van die gebeurtenis vinden we beschreven in Zacharia 12-14. Twee derden van het volk zal uitgeroeid worden, huizen geplunderd en vrouwen geschonden. Een derde zal echter op wonderlijke wijze worden
gespaard (Zach.14:2b; Micha 4:11-14). Maar dan, op het laatste moment, zal de Here uittrekken om tegen die volken te strijden, zoals Hij vroeger streed, ten dage van de krijg, zijn voeten zullen te dien dage staan op de Olijfberg, die vóór Jeruzalem
ligt aan de oostzijde; dan zal de Olijfberg middendoor splijten, oostwaarts en westwaarts, tot een zeer groot dal, en de ene helft van de berg zal noordwaarts wijken en de andere helft zuidwaarts; en gij zult de vlucht nemen in het dal mijner bergen,
want het dal der bergen zal reiken tot Asel; ja, gij zult de vlucht nemen, zoals gij de vlucht genomen hebt voor de aardbeving in de dagen van Uzzia, de koning van Juda. En de Here, mijn God, zal komen, alle heiligen met Hem. En op die dag zal er
geen kostelijk licht zijn, noch verstijving; ja, het zal één dag zijn – die is bij de Here bekend – geen dag en geen nacht; maar ten tijde van de avond zal er licht wezen’ (Zach.14:3-7). Ja, dan ‘zal het
teken van de Zoon des mensen verschijnen in de hemel; en dan zullen alle stammen van het land weeklagen en zij zullen de Zoon des mensen zien komen op de wolken van de hemel met kracht en grote heerlijkheid’ (Mat.24:30). De blijde intocht ‘Jubel
luide, gij dochter van Sion; juich, gij dochter van Jeruzalem! Zie, uw koning komt tot u, hij is rechtvaardig en zegevierend, nederig, en rijdende op een ezel, op een ezelshengst, een ezelinnejong’ (Zach.9:9). Het moment dat ‘de Heer, onze God
de Almachtige zijn koningschap heeft aanvaard is aangebroken (Op.19:6), het rijk van vrede en gerechtigd kan beginnen. Jeruzalem, zal dan de stad van de grote Koning zijn (Mat.5:35). Wat zo’n twee duizend jaar geleden nog voor hun ogen verborgen was
(Luk.19:42b), zal dan zichtbaar zijn. ‘Want Ik zeg u: u zult Mij van nu aan geenszins zien, totdat u zegt: Gezegend Hij die komt in de naam van de Heer’ (Mat.23:39). ‘Heft, poorten, uw hoofden omhoog, en verheft u, gij aloude ingangen, opdat
de Koning der ere inga. Wie is toch de Koning der ere? De Here, sterk en geweldig, de Here, geweldig in de strijd. Heft, poorten, uw hoofden omhoog, en verheft ze, gij aloude ingangen, opdat de Koning der ere inga. Wie is Hij toch, de Koning der ere? De Here
der heerscharen, Hij is de Koning der ere’ (Ps.24:7-10). ‘Te dien dage zullen levende wateren uit Jeruzalem vlieten, de helft daarvan naar de oostelijke en de helft naar de westelijke zee; in de zomer zowel als in de winter zal dat geschieden.
En de Here zal koning worden over de gehele aarde; te dien dage zal de Here de enige zijn, en zijn naam de enige. Allen, die zijn overgebleven van al de volken, die tegen Jeruzalem zijn opgerukt, zullen van jaar tot jaar heentrekken om zich neer te buigen
voor de Koning, de Here der heerscharen, en het Loofhuttenfeest te vieren’ (Zach.14:9, 16). Tenslotte
‘Is de vernietiging van Israël aanstaande’, was de titel van dit artikel, u weet nu het antwoord, het tegengestelde
zal waar zijn, Israël zal tot hoofd van de volken verheven worden. Maar nu is de dreiging om Israël te vernietigen al reëel aanwezig, zoals blijkt uit een interview van 2019 met de voormalig Iraanse viceminister van Buitenlandse Zaken Hossein
Sheikholeslam, die als Iraanse ambassadeur in Syrië heeft gediend, hij zei in een interview op 27 augustus 2019 op Ofogh TV (Iran) dat Iran heeft geïnvesteerd in de ‘enorme
defensieve en strategische onderneming’ van de inzet van ongeveer 150.000 raketten in Libanon, Syrië en de Gazastrook die naar eigen goeddunken naar Israël worden gelanceerd. Hij zei dat, aangezien de VS de nationale veiligheid van Israël
als onderdeel van hun eigen nationale veiligheid hebben gedefinieerd, deze strategie het grootste afschrikmiddel van Iran is tegen beide landen, en hij beweerde dat Israël zeker tientallen keren Fordow, Bushehr en Natanz zou hebben aangevallen, ware het
niet voor de raketten van Iran in deze landen. Sheikholeslam ging verder met te zeggen dat een vanuit Iran gelanceerde ballistische raket acht minuten nodig had om naar Israël te komen en zou worden gedetecteerd door Amerikaanse en NAVO-radars in de regio.
Hij legde daarentegen uit dat vanuit Libanon gelanceerde raketten bijna onmiddellijk zouden worden neergehaald van zodra ze kunnen worden gedetecteerd en gevolgd. Bovendien zei Sheikholeslam dat Iran niet van plan is Israël in zee te drijven of er nucleaire
wapens tegen te gebruiken. Integendeel, hij zei dat de militaire capaciteiten van Iran uitsluitend dienen ter afschrikking en dat Iran gewoon wil dat de zionisten ‘begrijpen’ dat ze de rechten van de Palestijnen hebben geschonden en de regio verlaten,
vooral omdat ze hoe dan ook ‘burgerschap hebben in verschillende Europese landen.’ Niemand van ons gelooft – zoals velen hebben gezegd – dat we Israël en de Zionisten in de zee zullen drijven, of een atoombom gebruiken. Dat is
helemaal niet zo. Alles wat we hebben is bedoeld voor afschrikking. We willen deze middelen nooit gebruiken om mensen te doden’. Tot zover deze Iraanse minister. Nawoord Wanneer niet-gelovigen dit artikel zullen ze wel met
het hoofd schudden van onbegrip en misschien zeggen welke fantast dit heeft geschreven. Maar is het u wel opgevallen dat meerdere dingen die in artikel zijn vermeld honderden, ja, duizenden jaren geleden zijn geschreven en in onze tijd zijn uitgekomen, of
op het punt staan verwerkelijkt te worden?! Dat kan toch geen fantasie of toeval zijn? Het profetische woord is zeker en vast en we doen er goed aan daarop acht geven, want niet door de wil van een mens werd ooit profetie voortgebracht, maar heilige mensen
van Godswege hebben, door de Heilige Geest gedreven gesproken’ (2Petr.1:19-21). _____________________________________________________________
Wat zegt de Bijbel?
‘Offers in het Vrederijk?’
Ezechiël 43 – 48 Inleiding Dit
artikel is bedoeld voor hen die geloven in een herstel en toekomst voor het volk Israël, in het tot stand komen van een nieuwe tempel, zoals beschreven in het boek Ezechiël, en een toekomstig Vrederijk waarin Christus Koning zal zijn. Dat wil zeggen
dat hen die deze dingen belijden, de profetieën van het Oude Testament letterlijk nemen. Daarin zijn ze in goed gezelschap want de Heer Jezus heeft niet anders gedaan. Er is geen voorbeeld te vermelden uit het Nieuwe Testament waar de Heer Jezus een profetie
uit het Oude Testament niet letterlijk toepast. Dat wil niet zeggen dat profetieën, wanneer je het letterlijk neemt, gemakkelijk zijn om uit te leggen en te verklaren. Dat is zeker van toepassing op het onderwerp wat in dit artikel aan bod komt: worden
er weer offers gebracht in het Vrederijk? In het verleden hebben sommigen daardoor de toevlucht genomen om dergelijke onderwerpen te vergeestelijken, allegoriseren zoals men wel zegt. De eerste die dat deed was Philo van Alexandrië (25 v.Chr. –
50 n.Chr.) en in navolging van hem Origenes (184-253 n.Chr.). Dus, hen die deze methode aanvaarden zien geen toekomst voor Israël, geen toekomstige tempel en Vrederijk! Op het eerste gezicht lijkt het een aantrekkelijke methode, maar dat is slechts schijn.
Het is namelijk een methode van bijbeluitleg die niet te verifiëren is, men is geheel overgeleverd aan de fantasie, geestelijke achtergrond of theologische vooringenomenheid van de uitlegger. Anders is dat met de letterlijke, ook wel grammaticaal-historische
methode, daar geldt het motto: ‘Schrift met Schrift vergelijken’. De Heer Jezus sprak in dat verband van ‘de Schrift kan niet verbroken worden’ (Joh.10:35). Van de allegorische methode wordt dan ook wel gezegd dat het geen
exegese (uitlegkunde) is maar eisegese (inlegkunde). Laten we, wat daarmee bedoeld wordt met een voorbeeld duidelijk maken: Neem bijvoorbeeld Jesaja 9, het gedeelte over de geboorte van de Messias. Het vijfde vers, dat gaat
over Jezus’ eerste komst als kind, geboren in Bethlehem, neemt men letterlijk. Het daaropvolgende volgende vers 6 echter, dat gaat over de troon van David en zijn toekomstig koninkrijk, wordt geestelijk opgevat! U ziet de willekeur in van deze
‘uitleg’. De lezer zal begrijpen dat we in dit artikel de letterlijke methode volgen. De tempel Maar liefst negen hoofdstukken worden gewijd aan de beschrijving van de tempel, niet alleen in het boek Ezechiël ook op andere plaatsen vinden we daarvan vermelding (Ez.20:40-41; 43:18-27; 46:24; Jes.66:2; Jer.33:15-18;
Zach.14:16vv.). Ezechiël 44-46 handelen over een hersteld priesterschap en de dienst daarmee verbonden en van een hersteld volk in het land Israël (Ez.37). Dat
het niet alleen christenen zijn die geloven in een toekomstige bouw van de tempel is waar te nemen in The Temple Institute in oud-Jeruzalem. De joodse geleerden van dit instituut hebben hun leven gewijd aan het vergroten van het publieke bewustzijn van het
belang van de heilige tempel in het leven van de hele mensheid, zowel Israël als de naties van de wereld. Het instituut tracht deze kennis te verspreiden, het verlangen en de wens naar de wederopbouw van de heilige tempel nieuw leven in te blazen en zo
veel mogelijk voorbereidingen te treffen voor de daadwerkelijke wederopbouw. Tot zover hun website. Zelf heb ik het genoegen gehad, enkele jaren geleden dit centrum te bezoeken en mijzelf kunnen overtuigen van de voortgang van die voorbereidingen. Op mijn
vraag of ze de blauwdruk die de profeet Ezechiël verstrekt als model nemen voor de bouw van de toekomstige tempel, kreeg in geen antwoord, maar men vertelde mij: Dat de Al Aqsa moskee of de Gouden koepel niet hoeven te verdwijnen, want er is nog voldoende
ruimte voor de toekomstige, derde tempel. We zullen zien! De profetie in Ezechiël betreffende de tempel, verwijst naar een toekomstige tijd, omdat deze profetie
tot op heden nooit is vervuld. De eerste tempel is door koning Salomo in zijn vierde regeringsjaar gebouwd in het 480ste jaar na de uittocht uit Egypte, dat is volgens onze jaartelling het jaar 966 v.Chr. Deze tempel is in de 6e. eeuw v.Chr. verwoest toen
de Joden in ballingschap naar Babel werden gevoerd (2Kron.36:19vv.). Bij terugkeer uit deze ballingschap is de tempel door Zerubbabel in 557 hersteld en voltooid in 515 v.Chr. Toch zijn er te veel verschillen tussen de uitvoering van deze tweede tempel en
de specificaties van de tempel die Ezechiël verstrekt om het daarmee gelijk te stellen. De renovatie daarvan door Herodes de Grote, voldeed ook niet aan de vereisten van de blauwdruk van Ezechiël (vgl. Joh.2:20). Ook na de verwoesting van deze tempel
door Titus in 70 n.Chr. heeft er op die plaats, afgezien van een islamitische moskee en heiligdom, tot op vandaag geen andere tempel gestaan, dus moet onze conclusie zijn dat de tempel van Ezechiël nog toekomstig is. De dienst in de toekomstige tempel Er zijn veel vergelijkingen te trekken tussen de wijze van de tempeldienst
in het Aäronitisch en het milleniallistisch bestel. Maar voordat we daarop ingaan willen we eerst vaststellen dat, de tempeldienst in het komende Vrederijk, hoewel ze joods van aard is, geen herstel is van het systeem van wetten en verordeningen zoals
dat onder Mozes het geval was. De verwachting van een toekomstig koninkrijk is niet gebaseerd op de Wet van Mozes, maar op het verbond dat met Abraham is gesloten (Gen.12:7; 13:15; 15:17-19; 17:7-8), later bevestigd in het Davidisch (2Sam.7:12-16) en het zgn.
Palestijns verbond (Deut.30:1-10). Dus het is niet nodig te geloven in een herstel van de Mozaïsche orde in het Vrederijk. De Mozaïsche orde, was voorwaardelijk, tijdelijk en was niet van eschatologische aard. Het was gegeven om het leven van de
mensen van het volk Israël in hun relatie tot God onder dat bestel te reguleren. Een groot struikelblok, dat de aanvaarding van letterlijke offers in het millennium bemoeilijkt, wordt verwijderd door te constateren dat, hoewel er veel overeenkomsten zijn
tussen het Aäronische en het millenniaal systeem, er ook veel verschillen zijn tussen beide, die het niet mogelijk maakt om ze aan elkaar gelijk te stellen. In de
tempel in het Vrederijk zal er een altaar zijn waarop het bloed zal worden gesprenkeld en de brandoffers, zondoffers en schuldoffers zullen geslacht worden (Ez.43:13-17, 39), maar er zal geen ark zijn, want de heerlijkheid van Christus zal de tempel vervullen
(Jer.3:16; Hag.2:8-10). Er zullen Levitische priesters zijn naar het geslacht van Sadok (43:19). We vinden voorschriften voor de reiniging van het altaar, voor de Levieten en het heiligdom (43:18-27). Er wordt rekening gehouden met de nieuwe maan en de sabbatten
(46:1). Elke morgen zal er een brandoffer worden gebracht (46:13). De regelingen omtrent erfdelen zullen in acht worden genomen (46:18v.). Het Pascha zal worden gevierd (45:21-25). Het jubeljaar wordt in ere gehouden (46:17). Kledingvoorschriften voor de priesters
worden vermeld (44:15-31). Deze tempel, waar de dienst wordt uitgeoefend, wordt weer de plaats waar de heerlijkheid des Heren aanwezig zal zijn. Het kan dus zijn dat de vorm van aanbidding in het millennium sterk zal lijken op de oude Aäronitische orde.
De offers in het Vrederijk Offers gebracht in het Oude Testament wil men
nog wel aannemen, maar in de toekomst, in het Vrederijk - als men daar al in gelooft - nee, toch! Maar laten we eerst een zien wat de bedoeling van de offers waren in het Oude Testament. We stellen dan eerst vast dat het onmogelijk was dat het bloed van stieren
en bokken zonden zouden kunnen wegnemen. ‘Want daar de wet, een schaduw heeft van de toekomstige goederen, niet het beeld van de dingen zelf, kan zij met dezelfde slachtoffers die men voortdurend elk jaar offert, hen die naderen nooit volmaken. Zou anders
het offeren daarvan niet opgehouden zijn, omdat zij die de dienst verrichtten, eenmaal gereinigd geen enkel geweten van zonder meer zouden hebben gehad? Maar in deze offers is elk jaar een in herinnering brengen van zonden. Want het is onmogelijk dat het bloed
van stieren en bokken zonden wegneemt’ (Heb.10:1-4). Dat is duidelijke taal, de offers konden geen zonden wegnemen, maar dienden om zonden in herinnering te brengen. Hoe konden de zonden dan wel worden weggenomen, juist door bloed, maar zoals gezegd
niet door het bloed van stieren en bokken, maar door het bloed van Christus! ‘Zonder bloedstorting is er geen vergeving!’ en ‘het bloed van Jezus, zijn Zoon, reinigt ons van alle zonde’ (Heb.9:22; 1Joh.1:7). Het eerste offer dat wij tegenkomen in de Bijbel is het offer dat gediend heeft om Adam en Eva te bekleden. ‘En de HEERE God maakte voor Adam en voor zijn vrouw kleren van huiden en kleedde hen
daarmee. (Gen.3:21). Dat, op zich, is al een duidelijke heenwijzing naar de Heer Jezus, het Lam van God, Hij heeft ons bekleed met klederen des heils! (Jes.61:10). Zo is het ook met alle andere offers, ze wijzen heen naar de Heer Jezus. We kunnen er dan ook
zeker van zijn dat de offers die worden genoemd in Ezechiël 43 niets te maken hebben met verzoening voor de zonden. De functie van de offers zullen parallel lopen aan die van ons Avondmaal, die de Heer Jezus voor deze tijd heeft vastgesteld als een middel
waardoor wij onze gemeenschap met Hem kunnen uitdrukken. Deze uitdrukking van gemeenschap door middel van brood en wijn, is echter alleen voor deze huidige bedeling bedoeld. Jezus heeft gezegd: 'Dit doet ter herinnering aan Mij... En de apostel Paulus op zijn
beurt zegt: ‘Want zo vaak als je dit brood eet en de beker drinkt, verkondig je de dood van de Heer totdat Hij komt' (1Cor.11: 24-26). Maar in de tijd van het duizendjarig vrederijk, wanneer de Heer Jezus Christus zal wederkomen om de heerschappij van
God over de hele aarde te vestigen, welke uitdrukking van gemeenschap zal dan het huidige Avondmaal vervangen? Blijkbaar zal het weer in de vorm van offers zijn, maar zonder enige verzoenende functie. Het is dan, mijns inziens, ook niet moeilijk de offers
die in het vrederijk gebracht te zien als een terugverwijzing naar het offer van de Heer Jezus. Argumenten tegen het gebruik van offers Echte theologische bezwaren tegen het offeren van dieren kunnen er niet zijn, want als het in het verleden, in het Oude Testament, werd geoorloofd, ja, zelfs geboden, deze offers te
brengen dan is daar m.i. niets in te brengen tegen toekomstige offers in het Vrederijk. Maar mogelijk zijn er mensen die het met offers van dieren in een toekomstig vrederijk moeilijk hebben om reden van dierenliefde. Dat is mogelijk, maar dat is een gevoelsargument
waar we niet zoveel mee kunnen. Je moet dat ook weer niet overdrijven want er zijn maar weinig mensen die vinden, wanneer men een maaltijd gaat gebruiken, dat een stukje vlees daarbij mag ontbreken; de vegetariërs uitgezonderd natuurlijk! Let wel, vlees
eten is geoorloofd want: ‘Alles wat zich roert, wat leeft, zal u tot spijze zijn; Ik heb het u alles gegeven evenals het groene kruid. Alleen vlees met zijn ziel, zijn bloed, zult gij niet eten’ (Gen.9:3-4). Petrus spreekt zelfs van redeloze dieren
die van nature voortgebracht zijn om gevangen en omgebracht (geslacht) te worden’ (2Petr.2:12). Anderen moeten niets weten van een God die door bloedige offers gediend moet worden? Een ‘bloedloze theologie’ is het gevolg. Een God die gediend
en tevredengesteld moet worden met bloedige offers is voor hen ondenkbaar. Men vergeet dan dat er zonder bloedstorting geen vergeving mogelijk is (Heb.9:22) en dat God Zelf zijn eigen Zoon niet gespaard heeft, maar Hem voor ons allen overgegeven heeft (Rom.8:32).
Onze gevoelsargumenten mogen niet gaan heersen over de Schrift. En de tempel van 2 Thes.2 dan? De Hurva synagoge, is een gebouw uit 1864, verwoest in 1948 en herbouwd in 2010 en is sedert enkele jaren opengesteld voor het publiek. Ze is gelegen aan het Cardo in oud-Jeruzalem. Sommigen geloven dat dit het gebouw (de tempel) zal
zijn waar de toekomstige antichrist zich zal openbaren. De apostel Paulus spreekt over een tempel wanneer hij zegt: ‘Laat niemand u op enigerlei wijze bedriegen, want die komt niet (de dag des Heren) als niet eerst de afval gekomen is en de mens van
de zonde geopenbaard is, de zoon van het verderf, die zich verzet en zich verheft tegen al wat God heet of een voorwerp van verering is, zodat hij zich in de tempel van God gaat zitten en zichzelf vertoont dat hij God is’ (2Thes.2:3-4). Mocht het zo
zijn dat de antichrist zich in deze synagoge (tempel) zal openbaren dan is het goed te weten dat er geen enkele overeenkomst met de beschrijving van de tempel is die Ezechiël ons geeft. Deze ‘tempel’ zal dan ook slechts tijdelijk zo’n
functie kunnen vervullen. We mogen aannemen dat kort na Christus’ wederkomst een aanvang zal worden gemaakt met de bouw van de tempel waarvan Ezechiël ons de blauwdruk heeft gegeven in het Bijbelboek naar hem vernoemd. Aantekeningen: The Temple Institute in Jeruzalem - https://www.temple.org.il/ ____________________________________________________________
Wat zegt de Bijbel?
‘De beek Gods is vol water’ Ezechiël 47:1-12
'Toen bracht hij mij terug naar de ingang van het huis; zie, er stroomde water onder de drempel van het huis
uit, oostwaarts, want de voorzijde van het huis was op het oosten; het water vloeide onder de rechter zijkant van het huis vandaan, ten zuiden van het altaar. En hij leidde mij door de Noordpoort en hij voerde mij toen buitenom naar de buitenste poort, naar
(de poort) die op het oosten uitzag; en zie, daar borrelde water op uit de rechter zijkant. Nadat de man uitgegaan was naar het oosten met een meetsnoer in zijn hand, mat hij duizend el en deed mij door het water gaan; het water reikte tot aan
de enkels. Hij mat weer duizend (el) en deed mij door het water gaan; het water reikte tot aan de knieën. Hij mat weer duizend (el) en deed mij erdoor gaan; het water reikte tot aan de heupen. Hij mat nog eens duizend (el); nu was het een beek geworden,
die ik niet doorwaden kon, want het water was zo hoog, dat men erin zwemmen kon, een beek die men niet kon doorwaden. Toen zeide hij tot mij: Hebt gij het gezien, mensenkind? Daarop deed hij mij teruggaan langs de oever van de beek. Toen ik terugkeerde,
zie, langs de oever van de beek stonden aan weerszijden zeer veel bomen. Hij zeide tot mij: Dit water stroomt naar de oostelijke landstreek, vloeit af naar de Vlakte en komt in de zee; in de zee wordt het uitgestort, zodat haar water gezond wordt. En alle
levende wezens die er wemelen, zullen leven, overal waar de beek komt, en er zal zeer veel vis zijn, want als dit water daarheen komt, dan wordt (het water van de zee) gezond. Overal waar de beek komt, zal alles leven. 1Vissers zullen erlangs staan van
Engedi tot En-Eglaïm; het zal een plaats zijn om de netten uit te spreiden, en de vissen erin zullen van allerlei soort zijn, zoals de vissen van de grote zee, zeer talrijk. Maar de moerassen en poelen ervan zullen niet gezond worden; zij zijn aan het
zout prijsgegeven. Langs de beek zullen op haar oevers aan weerszijden allerlei vruchtbomen opschieten, waarvan het loof niet verwelkt en de vrucht niet opraakt; elke maand zullen zij vrucht dragen, omdat hun water uit het heiligdom komt; hun vruchten zullen
tot spijze zijn en hun loof tot geneesmiddel' Inleiding
De letterlijke betekenis van Ezechiël 40-47 is bij veel gelovigen wel bekend; het spreekt immers van de tempel te Jeruzalem in het komend Vrederijk, want ‘te dien dage zullen levende
wateren uit Jeruzalem vlieten’ (Zach.14:8). Naast deze letterlijke toepassing is er ook de figuurlijke die we vinden in het boek Openbaring. De apostel Johannes zag een zelfde visioen ‘van een rivier van levenswater, blinkende als kristal, die
uitging van de troon van God en het Lam’ (Op.22:1-2). Wij mogen in deze leven-gevende rivier een schitterende uitbeelding van de volheid van de Heilige Geest zien want dat is de
derde toepassing, de praktische, en daaraan is dit artikel gewijd. Deze toepassing is geoorloofd omdat de apostel Paulus in de brief aan de Romeinen en de Korintiërs heeft geschreven dat ‘alles wat tevoren geschreven is, tot onze lering geschreven
is’ dus ook dit gedeelte (Rom.14:4; 1Kor.10:6). Waarvan is de rivier een beeld en waar komt het vandaan? De Heer Jezus zag water als een beeld van de Heilige Geest (Joh.7:37-39).
‘Omdat het water uit het heiligdom komt’ (Ez.47:12) is de rivier een beeld van de Heilige Geest wiens oorsprong van God is. ‘De Geest van de waarheid, die van de Vader uitgaat’ (Joh.15:26). Het altaar (47:1) spreekt van het kruis van
Christus, van Zijn lijden, sterven en opstanding. De Geest kon maar eerst komen nadat de Heer Jezus verheerlijkt was (Joh.7:39; 16:7). Veel gelovigen verkeren, voor wat betreft de inwoning
van de heilige Geest, in onwetendheid. Ze zijn te vergelijken met de gelovigen te Efeze die op de vraag hen door Paulus gesteld: ‘Hebt u wel de heilige Geest ontvangen toen u tot geloof kwam’, moesten antwoordden: ‘Wij hebben zelfs niet gehoord,
of de heilige Geest er is’ (Hand.19:2). Mocht u in die situatie verkeren dat hoop ik dat dit artikel daarin verandering mag brengen. Dus laten we ons maar leiden door de ‘man met het meetsnoer’ (Ez.47:2vv.) en de eerste, en volgende, van
de vier stappen in het ‘water’ zetten opdat we deel krijgen aan de zegen die God voor eenieder van ons heeft klaarliggen en we van de heilige Geest vervuld mogen raken. Het
water reikte tot aan de enkels ‘Nadat de man uitgegaan was naar het oosten met een meetsnoer in zijn hand, mat hij duizend el en deed mij door het water gaan; het water
reikte tot aan de enkels’ (Ez.47:3) Dit is maar een klein begin. Maar beter een klein begin, dan helemaal geen begin! En zijn we zo niet allemaal begonnen? Het echte leven
begint wanneer we de Heer Jezus aanvaarden in het geloof als onze Heiland. ‘Het is maar één stap tot Jezus!’ Door die stap te doen hebben we deel gekregen aan Gods Geest want: ‘toen u geloofd hebt, bent u verzegeld met de Heilige
Geest’ (Ef.1:13) en dat veronderstelt een nieuw leven en wandel en daarvan spreken de voeten. De apostel Petrus deelt het leven op in twee gedeelten, vóór en ná de bekering. Hij spreekt over ‘de overige tijd in het vlees’
en ‘de voorbijgegane tijd’ (1Petr.4:2, 3). Bij de doop belijden we immers dat ‘we in nieuwheid van leven zouden wandelen’ (Rom.6:4). Die belijdenis dient gevolgd te worden door daden. Gods Woord leert ons dat Christus gestalte in ons
moet krijgen, dat we iets mogen gaan vertonen van het leven van Christus in ons. Johannes de Doper heeft dat goed begrepen en onder woorden gebracht toen hij zei: ‘Hij (Jezus) moet meer, maar ik minder worden’ (Joh.3:30). Daar zijn wij dus nog
lang niet, er is nog veel te veel van ons zichtbaar, maar het begin is er en dat is belangrijk. Het water reikte tot aan de knieën ‘Hij mat weer duizend (el) en deed mij door het water gaan; het water reikte tot aan de knieën’ (Ez.47:4) De knieën
symboliseren onderwerping. Onderwerping aan Christus en het Woord van God. In Jes.45:23 en Fil.2:10 vinden we daarvan een illustratie. ‘Opdat in de naam van Jezus zich alle knie zou buigen’. Gelovigen geven weleens te kennen dat ze meer van Gods
Geest in hun leven wensen te ervaren dat is goede wens maar wanneer je de Geest hebt ontvangen kun je daarvan niet meer krijgen. Het is net andersom: de Geest moet meer van jou krijgen! De enige manier dat het water hoger komt, is dat wij er dieper ingaan!
Gebogen knieën representeren de geest van gebed en afhankelijkheid. Hoeveel gelovigen komen niet verder dan de ‘enkels’? Water is in de Bijbel niet slechts een beeld
van de Geest van God maar ook van zijn Woord (Ef.5:26; Joh.7:39,3:5). Het Woord is ons gegeven dat we daardoor zouden opgroeien, zeker wanneer je pas met je voeten in het water staat. Petrus spreekt daarover in zijn eerste brief: ‘Verlangt als pasgeboren
kinderen naar de redelijke, onvervalste melk, opdat u daardoor opgroeit tot behoudenis’ (Petr.2:2). Door de Geest van God komen we te weten wat de dingen zijn die ons door God geschonken zijn en kunnen die dan toepassen in ons leven (1Kor.2:12). ‘De
Bijbel is ons niet alleen gegeven om ons te informeren, maar ook om ons te transformeren.’ Om die ‘transformatie’ te bewerkstelligen is onderwerping aan Gods Woord noodzakelijk. ‘Ook laat uw knecht zich daardoor (door Gods Woord)
ernstig vermanen; in het houden ervan ligt rijke beloning’ (Ps.19:12). Het water reikte tot aan de heupen ‘Hij mat weer duizend (el) en deed mij erdoor gaan; het water reikte tot aan de heupen’ (Ez.47:4) De ‘heupen’ staan symbool voor dienst
zoals we kunnen zien in Johannes 13:4 waar we de Heer Jezus zien als de volmaakte Dienstknecht. In Lukas 12 wordt het nog duidelijker want we lezen daar: ‘Laat uw lendenen omgord en uw lampen brandende’ (Luk.12:35). Hier vinden we een aansporing
om beschikbaar en gereed te staan voor de dienst aan de Koning. God heeft ons geschapen tot goede werken die Hij tevoren heeft toebereid opdat wij daarin zouden wandelen (Ef.2:10). God zal u uw taak voor Hem op aarde laten zien tot u er klaar voor bent. Onderzoek
intussen Gods Woord en geef uzelf de gelegenheid om te groeien. Door ons het Woord van God eigen te maken zullen we in staat zijn om te strijden voor de Heer. Het is niet zo dat ons verstand niet belangrijk is, juist het tegenovergestelde want we lezen: ‘Toen
opende Hij hun verstand, opdat zij de Schriften verstonden’ (Luk.24:45) dus laat ‘Uw lendenen omgord zijn met de waarheid’ (Ef.6:14). We mogen God dienen met inzicht en wijsheid, dus: ‘Omgordt de lenden van uw verstand (1Petr.1:13).
De heupen staan ook symbool voor de kracht van de man. Dit representeert de Geest van kracht. ‘God heeft ons niet gegeven een geest van bangheid, maar van kracht, liefde en bezonnenheid’
(2Tim.1:7). De biddende christen zal al gauw een getuigende christen zijn! Daarvoor hebben we de kracht van de heilige Geest nodig. Voordat de Heer Jezus naar de hemel werd opgenomen heeft Hij tegen zijn discipelen gezegd dat ze die kracht zouden ontvangen
(Hand.1:8). Maar er is meer… Er in zwemmen ‘Hij mat nog eens duizend (el);
nu was het een beek geworden, die ik niet doorwaden kon, want het water was zo hoog, dat men erin zwemmen kon, een beek die men niet kon doorwaden’ (Ez.47:5) Nu is in het
water waden niet meer mogelijk. Men moet zwemmen; helemaal eronder. Dat is belangrijk want dan is er niets meer van jou zichtbaar! Het ‘Hij moet meer, maar ik minder worden’, is hier gerealiseerd! Wordt vervuld met of vol van de Geest (Ef.5:18)
was de opdracht. Stefanus was zo iemand, een man ‘vol van geloof en de Heilige Geest’. We lezen van hem in Handelingen 6:5 en 7:55 dat hij: ‘echter vol van de Heilige Geest, staarde naar de hemel en zag de heerlijkheid van God, en Jezus,
staande aan Gods rechterhand’. ‘Stromen van levend water zullen uit uw binnenste vloeien’ (Joh.7:37). Dat is wat de Heer Jezus van de Geest zei, dat zij die in Hem
geloven zouden ontvangen (Joh.7:38-39; Ef.1:13). En is dat niet waar we allemaal naar verlangen? Maar stromen van levend water kunnen alleen maar uit uw binnenste stromen wanneer u er zelf vol van bent. ‘Ik ben met Christus gekruisigd en ik leef niet
meer, maar Christus leeft in Mij’ (Gal.2:20). Zo te leven zal niet zonder gevolgen blijven, want dan rust de zegen van God op u! ‘Vol zijn van de Geest’ betekent ook
dat Christus gestalte in u krijgt. Vol zijn van Gods Geest betekent ook geestelijke volwassenheid. ‘Want allen die door de Geest geleid worden, die zijn zonen van God’ (Rom.8:14). Alle gelovigen zijn kinderen van God, maar niet alle kinderen zijn
zonen! We worden opgeroepen om ‘aan het beeld van zijn zoon gelijkvormig te worden’ (Rom.8:29). Paulus was over de gelovigen in barensweeën totdat Christus gestalte in hen zou krijgen (Gal.4:20, 1:16). Terug naar af ‘Toen zeide hij tot mij: Hebt gij het gezien, mensenkind? Daarop deed hij mij teruggaan langs
de oever van de beek’ (Ez.47:6). Na de rondleiding ging de man terug langs de oever van de beek en zien we de gevolgen die door het water waren ontstaan. Overal
waar de beek kwam was leven. Langs de beek stonden aan weerszijden bomen, het water van de zee werd gezond en er zou zeer veel vis zijn. Langs de beek zouden op haar oevers zeer veel vruchtbomen zijn. Dat kwam allemaal door het water dat vloeide onder de rechterzijkant
van het huis vandaan, ten zuiden van het altaar. Maar laten we ook eens terugkijken op ons leven om te ontdekken wat God door zijn Geest in ons leven heeft gedaan. Mogen ook wij
zulke grote gevolgen zien van Gods Geest die in ons leven heeft gewerkt? Hoe ver bent u in het ‘water’ geweest? Zoals u wellicht weet zullen alle gelovigen eens rekenschap moeten afleggen van hetgeen ze hier op aarde als gelovige hebben gedaan.
‘Want wij allen moeten geopenbaard worden voor de rechterstoel van Christus, opdat ieder ontvangt wat in het lichaam is gedaan, naardat hij heeft bedreven, hetzij goed hetzij kwaad’ (2Kor.5:10; Luk.16:2; Rom.14:12). Daarom, laten we ernaar streven
om ons ‘aan God beproefd voor te stellen, als een arbeider die zich niet hoeft te schamen’ (2Tim.2:15). Eenmaal zullen we de opbrengst mogen zien van wat we hier op aarde
gezaaid hebben. Hoeveel en wat dat mag zijn blijft tot dan verborgen maar heeft wel te maken met hoever u in het ‘water’ bent gegaan… De terugweg eindigt weer in Jeruzalem
bij het altaar, daar waar de rivier begon. Dit spreekt ervan dat God de eer toekomt voor wat Hij door zijn Geest in ons heeft verricht. Want alles wat wij doen daarvoor komt Hem de eer toe. ‘Dus is noch hij die plant iets, noch hij die begiet, maar God
die de groei geeft’ (1Kor.3:7). _____________________________________________________________
Wat zegt de Bijbel?
Inleiding op het boek Daniël De mens Daniël Daniël
is één van de grootste mannen in de Joodse geschiedenis. Dat hij werkelijk heeft bestaan wordt duidelijk door vermelding van hem in het boek Ezechiël 14:14, 28:3 en ook in Mattheüs 24:15 en Hebreeën 11:33. Hij was in zijn tienerjaren
in het jaar 605 v.Chr. toen Nebukadnezar Juda en Jeruzalem bedreigde, innam en de stad verwoestte. Er zijn meerdere deportaties geweest van de Joden naar Babel, en Daniël maakte deel uit van de eerste groep omdat hij van hoge afkomst was. De praktijken
van Babel bestonden daarin dat ze hen die tot de hoogste kringen behoorden het eerst deporteerden om hen dan in te zetten tot dienst in hun eigen rijk. Daniël was nog actief in 539 v.Chr. toen het koninkrijk werd overgenomen door Cyrus (Kores). Hij leefde
en diende meer dan zestig jaar in Babel. In feite leefde hij onder de volgende heersers: Nebukadnezar, Belsassar, Darius en Cyrus en verschillende rijken: Babel, Meden en Perzen. Zijn naam betekent ‘God is mijn rechter’. Hij heeft meerdere belangrijke
posten vervuld en werd geacht om zijn karakter en wijsheid, vanwege God die hem zegende. Nebukadnezar noemde hem het hoofd van de wijzen en heerser van het land (2:48), een positie te vergelijken met die van eerste minister. Nebukadnezars kleinzoon, Belsassar,
riep Daniël terug van zijn pensioen en, omdat hij het handschrift op de wand had verklaard, maakte hij Daniël tot de derde heerser in het land (5:29). Minstens vijfenzeventig jaar was Daniël Gods trouwe getuige in een zondige en afgodisch koninkrijk.
Het boek Het boek Daniël is voor het Oude Testament, zoals Openbaring voor het Nieuwe Testament;
het is eigenlijk zo dat we de een niet zonder de ander kunnen begrijpen. Profetisch gaat het in Daniël over de ‘tijden van de volken’ (zie: Luk.21:24), die periode begon in 606 v.Chr. met de inname van Jeruzalem en eindigt met de komst van
Christus om de volken te oordelen en zijn koninkrijk op te richten. In de verschillende dromen en visioenen die we in Daniël tegenkomen, vinden we het programma voor de volken vanaf de opkomst van Babel via de verovering van de Meden, Perzen, Grieken
en Romeinen, en de overheersing van de antichrist juist voor de komst van Christus. Dit boek maakt duidelijk dat ‘er een God in de hemel is’ (2:28) en dat de ‘Allerhoogste macht heeft over het koningschap der mensen’ (4:25). Daniël
maakt duidelijk dat God Almachtig is wat de gang van zaken betreft met deze wereld. God kan heersers aanstellen of afzetten. God kan de grootste rijken tenietdoen en overgeven aan hun vijanden. In 1:1-2:3 is het boek in het Hebreeuws geschreven, maar van 2:4
tot 7:28 in het Chaldeeuws. De Hebreeuwse gedeelten zijn verbonden met het activiteiten van de Joden. Volgorde van de gebeurtenissen Het boek Daniël is niet geschreven in chronologische volgorde. In de helft van het boek verklaart Daniël de dromen van anderen; in de tweede helft geeft hij zijn visioenen over de toekomst van zijn volk weer.
De historische volgorde van het boek is als volgt: (hfdst.1) De ballingschap (605-604 v.Chr.) (hfdst.2)
De droom van het beeld (602 v.Chr.) (hfdst.3) Nebukadnezars beeld (hfdst.4) Nebukadnezars droom
van de boom (hfdst.7) Het visioen van de vier beesten (556 v.Chr.) (hfdst.8) Visioen van de geit en de ram (554
v.Chr.) (hfdst.5) Belsassars feest – Babel valt (539 v.Chr.) (hfdst.9) Visioen van de zeventig weken (538
v.Chr.) (hfdst.6) Daniël in de leeuwenkuil (hfdst.10-12) Afsluitende visioenen Daniël moet dus ongeveer tachtig jaar zijn geweest toe hij in de leeuwenkuil kwam. ---------------------------------------------------------------------------------------
Indeling van het boek Daniël I. Daniëls persoonlijk
leven (1-6) 1. Volharden in zijn geloof (1) 2. De uitleg van de droom van Nebukadnezar (2) C. Het gouden beeld (3) D. Uitleg van de droom over de boom (4) 3. Uitleg van het handschrift op de
wand (5) 4. Volharden in de leeuwenkuil (6) II. Daniëls profetische dienst (7-12) 1. Zijn visie over de vier beesten (7) 2. Zijn uitleg over het ram en de geit (8) C.
Zijn gebed – de zeventig weken (9) D. Zijn toekomstverwachting (10-12) ______________________________________________________________
‘Maar zelfs indien niet…’
Daniël 3 ‘Veiligheid voor een christen is, niet de afwezigheid van gevaar, maar de tegenwoordigheid van God.’ Inleiding Je hoort weleens zeggen: ‘de Bijbel is een oud boek en niet meer relevant voor onze tijd!’ Dat de Bijbel een oud ‘boek’
is, daar kan ik mee instemmen, maar dat het niet meer relevant is voor deze tijd zeker niet. Kijk maar eens naar het Midden-Oosten of andere plaatsen in de wereld en merk op hoe christenen vandaag de dag worden vervolgd, zoals dat zo veel eeuwen geleden de
vrienden van Daniël overkwam. De Bijbel niet meer relevant, niet meer voor deze tijd? Kom nou! Het leven van gelovigen gaat niet altijd van een leien dakje, zoals sommigen denken
of wensen. De brief aan de Hebreeën leert ons dat soms gelovigen tot grootse dingen in staat waren, maar ook dat anderen door een tijd van grote moeiten gingen en soms het leven lieten (Hebr.11:32-38). Daardoor legden zij allen getuigenis van hun geloof
af (Joh.21:29). De duivel verzoekt ons om het slechtste in ons naar boven te halen en ons geloof te vernietigen, God stelt ons op de proef om het beste in ons naar boven te halen, ons
te doen groeien zodat ons geloof zich kan ontwikkelen. Een geloof dat niet op de proef gesteld mag worden, is niet waard om geloof genoemd te worden. En dat is wat we heel nadrukkelijk in hoofdstuk 3 vinden: gelovigen die op de proef worden gesteld.
Het is goed te zien dat er in tijden van verval en vervolging gelovigen zijn die staande blijven. Zulke gelovigen zullen de kroon van het leven ontvangen (Jak.1:12). Tijden van verval en vervolging
geven gelegenheid tot getuigen. De ervaringen van Sadrak, Mesak en Abednego helpen ons om ons eigen geloof onder de loep te nemen om te zien welk ‘soort’ geloof wij hebben. ‘Onderzoekt dan uzelf of u in het geloof bent; beproeft uzelf’
(2Kor.13:5). De Heer Jezus zei tegen de apostel Petrus dat hij door zijn dood God zou verheerlijken (Joh.21:19). We komen in dit hoofdstuk meerdere personen tegen die verschillend reageerden
op de situatie. Geen echt geloof De eerste groep van mensen die we tegenkomen tijdens de gebeurtenissen
zijn mensen die geen echt geloof hebben of eigenlijk helemaal geen geloof! Dat zijn de meelopers. Toen de koning gebood het gouden beeld dat hij had laten oprichten te aanbidden, deden ze dat zonder zich rekenschap te geven wat ze eigenlijk deden. Alle eeuwen
door zijn er machthebbers geweest die onvoorwaardelijke gehoorzaamheid eisten, bijvoorbeeld een Napoleon, Mao of Hitler. De mensen knielen, buigen en verklaren zich één met de machthebber, wellicht om hun vel te redden en er financieel beter
van te worden. Zulke mensen noemen we opportunisten, mensen die uit elke situatie hun voordeel proberen te halen. Een voorbeeld van een heerser die absolute gehoorzaamheid eiste vinden we in het boek Handelingen, waar we Herodes op zijn rechterstoel zien zitten
en het volk hem toeroept: ‘Een stem van God en niet van een mens’ (Hand. 12:22) De festiviteiten die verbonden waren met het oprichten van het gouden beeld van Nebukadnezar
moeten een geweldig spektakel zijn geweest! Je zou in hedendaags taalgebruik kunnen spreken van een ‘popconcert’. Allerlei instrumenten waren aanwezig: hoorn, fluit, citer, luit, harp, doedelzak en allerlei soort van muziekinstrumenten (Dan.3:5).
Bij het horen daarvan moesten ze zich ter aarde werpen en het gouden beeld aanbidden dat was opgericht. Kan het zijn dat Nebukadnezar muziek gebruikte om op het gemoed van de mensen te werken om ze achter zich te krijgen? Muziek kan een helende werking hebben,
dat is zeker, we hoeven maar te denken aan Davids citerspel voor Saul (1Sam.16:23; 18:10; 19:9), maar muziek kan mensen ook emotioneel zo raken dat ze meegesleept worden en dingen doen die ze anders niet zouden hebben gedaan. Ze gaan dan letterlijk ‘uit
hun dak’. Ik wil niet moraliseren, maar we dienen bewust om te gaan met het gebruik van muziek in christelijke samenkomsten! Muziek dient ervoor om harten tot Christus te brengen, niet om hoofden op hol te doen slaan. Muziek mag ook niet de plaats van
het Woord innemen, maar heeft als functie het Woord te ondersteunen. Een zwak geloof Er moeten
daar meer joodse mensen zijn geweest tijdens deze gebeurtenis dan alleen de drie vrienden van Daniël; maar waar waren ze op dat ogenblik, we zien ze niet? Duizenden joden, inwoners van Juda, waren als balling weggevoerd naar Babel. De eerste deportatie
was in 597 v.Chr. (Jer.52:30; 2Kon.24; 25), een tweede geschiedde in 586 v.Chr. en een derde in 581 v.Chr., alles ten uitvoer gebracht in opdracht van Nebukadnezar. Er waren zelfs overlopers bij (2Kon.25:11)! Een aantal jaren daarvoor, in 732 v.Chr., hadden
de Assyriërs het tienstammenrijk Israël in ballingschap doen gaan. De Chaldeeën deden hetzelfde met de inwoners van Juda. In 2Koningen 15:29 lezen we dat Tiglatpileser en na hem Sargon II de bewoners van het tienstammenrijk in ballingschap hadden
weggevoerd. In zijn annalen noemt Sargon II een getal van 27.290 inwoners van Samaria die hij gevangen maakte. Dus dat waren er nogal wat! Maar waar waren ze op het moment van deze gebeurtenis?
Of zouden ze tegen Sadrak, Mesak en Abednego gezegd hebben: ‘we kunnen niet komen maar we zullen voor jullie bidden!’ of: ‘Je moet het ook niet te ver drijven, levend kun je meer voor God betekenen dan dood!’ In 1 Koningen 18 lezen
we over een soortgelijke situatie, toen Elia alleen tegenover vierhonderdvijftig profeten van Baäl stond. Waar waren al die anderen? Pas in Romeinen 11:4 lezen we dat zevenduizend man hun knie niet voor Baäl gebogen hadden, maar daar had Elia op
dat moment niet veel aan. Ook de apostel Paulus kon ervan meespreken want, zegt hij: ’Bij mijn eerste verdediging is niemand bij mij geweest, maar allen hebben mij verlaten’ (2Tim.4:16). En wat te denken van de Heer Jezus; Hij moest het zelfs uitroepen:
’Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten!’ Een voorwaardelijk geloof ‘Als
God ons zal bevrijden…’ (vs.17). Er zijn veel mensen die een geloof hebben dat voorwaarden eist. Een geloof dat zegt dat als God mij dit of dat geeft, dan geloof ik, en anders niet. ‘Heer, als U dit of dat wilt doen, dan zal ik…’
Ik noem dat maar een conditioneel geloof, en we hoeven maar aan Gideon te denken die tegen de Engel des Heren zei: ‘Och mijn heer, indien de Here met ons is, waarom is dit alles ons dan overkomen?’, een geloof dat twijfelt aan de macht van God.
(Richt.6:13). Een echt bijbels geloof is geen geloof in wat God kan doen of schenken, maar in Wie God Zelf is. Veel mensen hebben een verkeerd idee van wat het betekent om een volgeling
van de Heer Jezus te zijn. Dit kan natuurlijk voortkomen uit een verkeerde voorlichting die verkeerde verwachtingen schept. We hoeven maar te denken aan de zgn. ‘prosperity preaching’, die leert dat het ons als gelovige op elk terrein van het leven
goed zal gaan, en dat armoede en/of ziekte een gebrek aan geloof is en daarom zonde! Mensen met een voorwaardelijk geloof bezien God uit het oogpunt van een handelaar: ‘als U mij
dit geeft, dan zal ik dat doen’, of juist andersom, door allerlei beloften te doen om van God iets gedaan te krijgen! Hoeveel gelovigen hebben niet op die manier met God onderhandeld door allerlei beloften te doen die men vaak al gauw weer vergeten was!
Een onvoorwaardelijk geloof De Heer Jezus had tegen de discipelen gezegd: ‘Voor stadhouders en koningen
zult gij gesteld worden om Mijnentwil, tot een getuigenis voor hen’ (Mark.13:9). In het Bijbelboek Handelingen vinden we daarvan rijkelijk verslag (Hand.4:23-31, 5:17vv., 6:8vv.). Sadrak,
Mesak en Abednego hadden een onvoorwaardelijk geloof. Want, zeiden ze tegen koning Nebukadnezar, ‘indien onze God, die zij vereren, in staat is om ons te bevrijden, dan zal Hij ons uit de brandende vuuroven, en uit uw macht, o koning, bevrijden; maar
zelfs indien niet – het zij u bekend, o koning, dat wij uw goden niet vereren, en het gouden beeld dat gij hebt opgericht, niet aanbidden’ (vs.17). ‘Maar zelfs indien niet…’ Een onvoorwaardelijk geloof betekent
God te gehoorzamen ongeacht gevoelens in ons, omstandigheden rondom ons, of de consequenties voor ons! De drie vrienden hadden met Daniël God vereerd (hoofdstuk 1), nu vereert God hen! Zou de apostel Paulus aan hen gedacht hebben toen hij schreef: ‘Zij
waren onbesproken kinderen van God, te midden van een krom en verdraaid geslacht, waaronder ze schenen als lichten in de wereld, en ze het woord van het leven vertoonden’ (Fil.2:15)? En zo gebeurde het dat zij gebonden in de brandende oven werden gegooid, die zevenmaal heter werd gestookt dan gewoonlijk! Maar toen de koning ging zien hoe het de drie vrienden verging, zag hij er geen drie maar vier mannen die wandelden midden in
het vuur! De rest van verhaal is bekend: ze werden alle drie uit de oven gehaald, maar waar de vierde man was gebleven, daarvan horen we niets! Getuigenis van de koning
In Daniël 3:28 geeft koning Nebukadnezar getuigenis van het geloof van Sadrak, Mesak en Abednego. De koning had gezien dat hun geloof niet oppervlakkig, zwak of voorwaardelijk was, maar echt!
Ze stonden voor wat ze geloofden en gaven daarvan getuigenis door hun daden. Iemand heeft eens gezegd: ‘Beter als gelovige in een brandende oven, dan als ongelovige in de poel van vuur!’ De drie vrienden waren wel in het vuur, maar het vuur was
niet in hen. Ik denk dat de apostel Petrus de gebeurtenissen die in Daniël 3 worden beschreven voor ogen had toen hij zijn eerste brief schreef, want daarin sprak hij over ‘de vuurgloed in uw midden die tot uw beproeving dient’ (1Petr.4:12).
In zijn afscheidsrede aan de gemeente van Efeze zegt de apostel Paulus: ‘ik reken mijn leven niet kostbaar voor mijzelf’; daarmee gaf hij aan dat hij de woorden van de Heer Jezus als norm voor zijn leven als gelovige aannam, die gezegd heeft: ‘Wie
zijn leven vindt, zal het verliezen; en wie zijn leven verliest ter wille van Mij, zal het vinden’ (Mat.10:39). ‘Want dit is genade, indien iemand, omdat hij met God rekening houdt, leed verdraagt, dat hij ten onrechte lijdt’ (1 Petr. 2:19).
‘Wie Mij eren, zal Ik eren’ zegt de Heer (1Sam.2:30). ‘Wie nu zichzelf zal verhogen, zal worden vernederd; en wie zichzelf zal vernederen, zal worden verhoogd’ (Mat.23:12).
Al gauw na hun vrijlating werden de drie vrienden verhoogd en werden hun bijzondere gunsten verleend in het gewest Babel, want tenslotte krijgen we bij monde van de heidense koning Nebukadnezar te horen hoe hij over de vrienden denkt en zegt: 1. Ze hebben zich op God verlaten ‘Ik zal u geenszins begeven en u geenszins verlaten, zodat
wij vrijmoedig mogen zeggen: ‘De Heer is mij een helper ik zal niet vrezen; wat zal een mens mij doen?’ (Hebr.13:5-6). 2. Hij heeft
zijn engel gezonden en zijn dienaren bevrijd ‘De Engel des Heren legert Zich rondom wie Hem vrezen, en redt hen’ (Ps.34:8). 3. Ze hebben het bevel van de koning overtreden ‘Men moet God meer gehoorzamen dan mensen’ (Hand.5:29).
4. Ze hebben hun lichamen prijsgegeven In zijn afscheidsrede aan de gemeente van Efeze zegt de
apostel Paulus: ‘ik reken mijn leven niet kostbaar voor mijzelf’, daarmee gaf hij aan dat hij de woorden van de Heer Jezus als norm voor zijn leven als gelovige aannam, die gezegd heeft: ‘Wie zijn leven vindt, zal het verliezen; en wie zijn
leven verliest ter wille van Mij, zal het vinden’ (Mat.10:39). Daarom kon hij ook aan de gelovigen in Rome schrijven dat zij hun lichamen dienden te stellen tot een levende offerande, heilig, voor God welbehaaglijk (Rom.12:1; zie: Fp.2:17).
5. Ze wilden alleen hun God vereren en aanbidden. ‘We zullen alleen God aanbidden en niemand
anders’. 6. Het gebod van de koning Daarom wordt door mij een gebod uitgevaardigd,
dat ieder, tot welk volk, tot welke natie of taal hij ook behore, die enig oneerbiedig woord spreekt tegen de God van Sadrak, Mesak en Abednego, in stukken gehouwen en dat zijn huis tot een puinhoop gemaakt zal worden, omdat er geen andere god is, die zó
verlossen kan. Toen bewees de koning Sadrak, Mesak en Abednego bijzondere gunst, in het gewest Babel. 'Echt geloof betekent
God te gehoorzamen ongeacht onze gevoelens in ons, omstandigheden rondom ons, of de consequenties voor ons!' _____________________________________________________________
Wat zegt de Bijbel?
Inleiding op het boek Hosea De persoon De naam Hosea betekent ‘heil of verlossing’. Hij is een meester in het gebruik van beeldspraak: let u maar eens op de vele vergelijkingen die hij maakt:
‘als een dor land’ en ‘als een morgenwolk’ enzovoorts. Hij was een inwoner van het tienstammenrijk. Tot welke stam hij behoorde is onbekend. Zijn optreden valt na dat van Amos en was gelijktijdig met dat van Jesaja en Micha in Jeruzalem.
Hosea trad als profeet op in de dagen van Uzzia, Jotam, Achaz, Hizkia allen koningen van Juda en die van Jerobeam II koning van Israël. Tijd en plaats Hosea
preekte in het noordelijk koninkrijk Israël, ook Efraïm genoemd, in een periode van geestelijke neergang. Hosea begon zijn dienst toen koning Jerobeam II koning was, in een tijd van grote voorspoed. De natie bloeide uiterlijk maar was innerlijk rot
en ging een zeker oordeel tegemoet. Ze was gewikkeld in allerlei bondgenootschappen met andere machten in plaats van op God te vertrouwen. Hosea leefde in de tijd dat het noordelijk rijk Israël in ballingschap werd gevoerd door de Assyriërs in 721
v.Chr. U kunt de historische achtergrond lezen in 2 Koningen 15-17. Het onderwerp Hosea’s boodschap is gericht tot het volk Israël (de 10 stammen), en hij
wijst ze hun zonden aan en verkondigt het aanstaand oordeel. Er is, zoals we zullen zien, ook een boodschap van hoop voor de toekomst. Maar het unieke van zijn boodschap is wel dat hij in zijn eigen leven zelf iets moest uitbeelden voordat hij tot kon vertellen;
dat was zijn huwelijk met een ontuchtige. Dit was om duidelijk te maken dat Israël ontrouw was aan God. Zijn huwelijk De profeet moest door een periode van diep
verdriet gaan in zijn huwelijk vanwege de zonden van zijn echtgenote, maar dat was een door God gebruikte object les voor zijn volk. Hosea trouwde een vrouw die hem drie kinderen baarde en hem daarna verliet en een opnieuw prostituee werd. Uiteindelijk moest
hij haar terugkopen op de slavenmarkt (3:1-2). Hosea’s pijnlijke ervaring diende als vermaning tot het volk. Israël was gehuwd met Jahweh, maar pleegde ‘geestelijk overspel’ door zich tot de afgoden te keren. Dat leidde op zijn beurt
tot geestelijk verval van de natie. Het volk zou boeten voor zijn zonden, maar eens zoude Heer het loskopen en herstellen. Praktische toepassing De gemeente
van vandaag ‘prostitueert zich gemakkelijk met de wereld en beweert dan desondanks de Heer trouw te zijn (Jak.4:4-10). De waarschuwing van Openbaring 2:4-5 mag wel ter harte worden genomen: ‘Maar Ik heb tegen u dat u uw eerste liefde hebt verlaten.
Bedenk dan van welke hoogte u bent gevallen en bekeer u en doe de eerste werken. Maar zo niet, dan kom Ik spoedig bij u en zal uw kandelaar van zijn plaats wegnemen, als u zich niet bekeert’. --------------------------------------------------------------------------------------- Indeling
van het boek Hosea I. Israëls ontrouw beschreven
(1-3) God is genadig (1:1 - 2:1) God is heilig (2:2-13) God is liefde (2:14 - 3:5) II. Israëls zonden aangeklaagd (4-7) Onwetendheid (4:1-11) Afgoderij (4:12 – 5:15) Onoprechtheid (6:1 – 7:16) III. Israëls oordeel vastgesteld De invasie van de Assyriërs
(8) Het volk verspreid (9) Oogsten
wat je hebt gezaaid (10) IV. Israëls herstel
aangekondigd (11-14) Gods genade in het verleden (11) Gods tegenwoordige tucht (12 – 13) Gods toekomstige beloften (14)
______________________________________________________________
Wat zegt de Bijbel?
Gods genade voor Israël Het boek Hosea Inleiding
In het boek Hosea is het Gods liefde en genade voor zijn volk Israël dat het hoofdthema is. We zullen bij het bestuderen van dit boek dan tot de ontdekking komen dat de genadegaven
en de roeping van God ten opzichte van Israël dan ook onberouwelijk zijn (Rom.11:29), dit ondanks Israëls ontrouw. De naam Hosea betekent ‘redding’.
Hij profeteerde in het noordelijk rijk Israël, (ook genoemd Efraïm) gedurende een periode van geestelijke achteruitgang. Toen Hosea met zijn dienst begon, was Jerobeam II koning (1:1), en het was een tijd van materiële voorspoed en was, om zich
veilig te stellen betrokken in sluiten van buitenlandse allianties, in plaats van hun vertrouwen op God te stellen en bescherming bij Hem te zoeken. Hosea heeft Israël in ballingschap zien gaan door de Assyriërs in 721 v.Chr. Zie voor de historische
achtergrond van die gebeurtenis 2Koningen 15-17. Hosea’s boodschap voor Israël was dat hij hun het naderend oordeel aankondigde vanwege hun zondige wandel. Gelukkig is er ook een boodschap van herstel en een hoopvolle toekomst. Tuchtiging moet leiden
tot herstel en dat zien we dan ook in dit boek weergegeven. Het unieke van Hosea’s boodschap is wel dat hij die boodschap in zijn eigen leven moest voorleven voordat hij tot het volk kon spreken. De profeet moest een grote zielenstrijd in zijn eigen
huwelijk ervaren en overwinnen vanwege de zonden van zijn echtgenote, maar dat diende ervoor dat hij het als een soort goddelijke objectles kon gebruiken om het volk Israël duidelijk te maken waar het bij hun aan haperde. Israëls ontrouw uitgebeeld (1-3) De Here gaf Hosea de opdracht Gomer te huwen, een ontuchtige vrouw. Nadat zij Hosea drie kinderen had gebaard, verliet zij hem voor anderen mannen (2:4). Hosea’s hart zal verscheurd van verdriet geweest zijn over haar handelswijze. Toen
gaf God Hosea de opdracht om zijn vrouw te zoeken, en hij ontdekte haar op de slavenmarkt! (3:1-2). Hij moest haar terugkopen en bracht haar weer naar zijn huis en verzekerde haar van zijn vergeving en liefde. We mogen aannemen dat Gomer zich van haar verkeerde
wandel bekeerd heeft en een trouwe echtgenote is geworden. Dit alles is een onbegrijpelijke gebeurtenis, totdat we inzien dat dit Israëls ontrouw ten opzichte van God weergaf, maar het is ook een teken van Gods genade. Israël was als het ware ‘gehuwd’ met God, en ze zou trouw aan Hem moeten zijn geweest. ‘Want zoals een jongeling een maagd huwt, zullen uw zonen u huwen, en zoals de bruidegom zich over de bruid verblijdt, zal uw God Zich over u verblijden’ (Jes.62:5). Zie ook de volgende teksten:
Ex.34:14-16; Deut.32:16; Jer.3:14. Maar Israël bleef niet trouw, zoals Gomer dat niet deed, ze gingen achter andere goden aan en pleegden ‘geestelijke overspel’ door hun wandel met God ter verzaken en de goden van andere volken achterna te
lopen. Zo geraakte het volk Israël in slavernij, gelijk Gomer dat overkwam. Maar dat is niet het einde van het verhaal, zoals Hosea zijn overspelige vrouw opzocht en vrijkocht, zo zoekt God zijn volk Israël weer op, vergeeft haar zonden, brengt herstelt
ze in hun vroegere positie als volk van God. ‘Vader vergeef hun, want zij weten niet wat zij doen! (Luk.23:34; Jes.53:12). De geschiedenis van het volk Israël
is terug te vinden in de namen van de kinderen aan Hosea geboren: (1) Jizreël betekent ‘verstrooiing’ en duidt op de tijd van de Joden verstrooid zijn onder de volken. (2) Lo-Ruchama: ‘geen ontferming’ en geeft de tijd weer dat
Gods genade niet meer het deel van Israël is en dat het zal moeten lijden onder Gods tuchtende hand. Lo-Ammi ‘niet mijn volk’ duidt op de huidige tijd waarin God het volk Israël niet meer erkent als zijn volk; de Gemeente is nu Gods volk.
Maar let op dat vanaf vers 10 tot 12 onmiddellijk aangeeft dat alles weer zal veranderen en ze weer Gods volk zullen zijn. ‘Want vele dagen zullen de Israëlieten blijven zitten zonder koning en zonder vorst, zonder offer en zonder gewijde steen,
zonder efod of terafim. Daarna zullen de Israëlieten zich bekeren, en de Here, hun God, zoeken, en David, hun koning, en bevende komen tot de Here en tot zijn heil – in de dagen der toekomst’ (Hos.3:4-5). Israëls zonden vermeld (4-7) ‘Van David.
Een leerdicht. Welzalig hij, wiens overtreding vergeven, wiens zonde bedektis’ (Ps.32:1). Het zou mogelijk geweest kunnen zijn dat de bevolking Hosea gewezen zal hebben op de ontrouw van zijn vrouw, maar nu wijst Hosea naar
hun zonden! (4:1-2). Hosea spreekt hier eerste de priesters, de geestelijke leiders van het volk aan: mijn aanklacht geldt u, o priester!’, want het is ‘zo priester, zo volk’ (4:9). De Heer Jezus moest tegen de sadduceeën zeggen: ‘U
dwaalt, daar u de Schriften niet kent, noch de kracht van God’ (Mat.22:29). Zondigen of een zondig gedrag kan voortkomen uit onwetendheid: ‘ik wist het niet!’ Er was geen trouw, geen liefde en geen kennis van God in het land’ (4:1)
en ‘Mijn volk gaat te gronde door het gebrek aan kennis’ (4:6). Gebrek aan kennis van Gods Woord was ook wat de Heer Jezus, Nicodémus, een overste van de Joden verweet (Joh.3:10). Daardoor komt het volk dat geen inzicht heeft ten val (4:14).
Ze vervielen tot drankgelagen, ontucht en afgoderij (4:11vv.). De verzen 6:1-3 moeten we lezen als een ‘doekje voor het bloeden’, mooie woorden maar geen oprecht berouw, dat mag wel blijken uit de woorden die volgen, vanaf vers 4-6. ‘Want
in liefde heb Ik behagen en niet in slachtoffer; in kennis van God en niet in brandoffers!’ Wat duidelijk blijkt uit dit gedeelte is de nadruk die ligt op
de belangrijkheid van het Woord van God, want: ‘Zie het Woord des Heren hebben zij verworpen, wat voor wijsheid zouden zij dan hebben? (Jer.8:9). Wij leven in een tijd waarin velen de gezonde leer niet meer verdragen, leraars verzamelt naar hun eigen
begeerten verzamelt om zich het gehoor te laten strelen, zich van de waarheid afwendt en in fabels gaat geloven! Vandaar de oproep van Paulus aan Timotheüs om het Woord te prediken, gelegen en ongelegen! (2Tim.4:2-4). Israëls oordeel aangekondigd (8-10) ‘Want wat een mens zaait, dat zal hij ook oogsten’ (Gal.6:7), dat is een niet te onderschatten waarschuwing voor een gelovige, of zoals hier het volk Israël. In een ander verband zegt Paulus in de tweede brief aan de gelovigen te Korinthe
(9:6) in verband met de inzameling voor de arme gelovigen: ‘Wie spaarzaam zaait, zal ook spaarzaam maaien, en wie rijkelijk zaait, zal ook rijkelijk maaien’. Oorzaak en gevolg zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Israël had zich niet laten
gezeggen en was voortgegaan op de ingeslagen zondige weg. ‘Soms schijnt een weg iemand recht, maar het einde daarvan voert naar de dood’ (Spr.14:12). ‘Wie zijn nek verhardt ondanks herhaalde vermaning, wordt opeens onherstelbaar gebroken’
(Spr.29:1). Het oordeel over hun zondige wandel was op komst en zou daarin bestaan dat de Assyriërs het volk in ballingschap zouden voeren. ‘Zij zullen in het land des Heren niet blijven, maar Efraïm zal naar Egypte terugkeren, en in Assur
zullen zij het onreine eten’ (8:8; 9:3). Daaruit bestond de tuchtiging van God, hoe vreemd ons dit ook mag lijken, maar wie de Heer liefheeft die tuchtigt Hij’ (Hebr.12:6; Spr.3:11-12). Dit oordeel had als doel dat het volk tot inkeer zou komen,
zodat God genade kon toepassen. Dit mogen we ook toepassen op een gelovige die in zonde is gevallen en zich daarvan niet wil reinigen en doorgaat op de ingeslagen zondige weg. Hij of zij zal buiten de gemeenschap van God, en in voorkomend geval ook buiten
de gemeenschap van de gelovigen, komen te staan, en verliezen hun blijdschap, vrede en zijn niet meer bruikbaar voor de Meester (2Tim.2:19-21). Zulke gelovigen omschrijft de apostel Paulus als: ‘maar zelf zal hij (of zij) behouden worden, maar zó
als door vuur’ (1Kor.3:15). Zeventig jaar is Israël in ballingschap gegaan totdat koning Kores, de grondlegger van het Medisch-Perzisch rijk, hen toestemming gaf om terug te keren naar hun land, om stad en tempel te herbouwen (Jes.44:28).
Israëls herstel aangekondigd (11-14) ‘Want niet voor eeuwig verstoot de Here. Want als Hij bedroefd heeft, ontfermt Hij Zich naar de grootheid van zijn gunstbewijzen. Immers niet van harte verdrukt en bedroeft Hij de mensenkinderen’ (Klg.3:31-33).
Wanneer Gods tuchtiging zijn doel bereikt en mensen of het volk tot inkeer komt, dan ontfermt Hij zich naar de grootheid van zijn gunstbewijzen; God past genade toe! Door te zondigen overtreed je niet allen wet, maar ook Gods hart! Er is echter een goddelijk ‘totdat’! (Luk.21:24; Rom.11:25). ‘Zie uw huis wordt aan u woest overgelaten. Want Ik zeg u: u zult Mij van nu aan geenszins zien, totdat u zegt:
‘Gezegend Hij die komt in de naam van de Heer’ (Mat.23:38-39). God zal genade toepassen, want Hij is geen mens en Hij zal niet komen in toorngloed! (11:9). Ja, Want vele dagen zullen de Israëlieten blijven zitten zonder koning en zonder vorst,
zonder offer en zonder gewijde steen, zonder efod of terafim. Daarna zullen de Israëlieten zich bekeren, en de Here, hun God, zoeken, en David, hun koning, en bevende komen tot de Here en tot zijn heil – in de dagen der toekomst (Hos.3:4-5).
Het is een harde les geweest voor het Joodse volk, toen en al de tijd dat ze dolende waren onder de volken (9:17). Gelukkig is daar een voorlopige verandering in gekomen
door de stichting van de staat Israël in 1948, waarin we hand van God mogen zien. De geestelijke verandering laat nog op zich wachten, maar er wacht het volk nog een geweldige toekomst. De verdere uitwerking van Hosea’s belofte voor wat betreft
de toekomst voor Israël wordt in andere profetische boeken verder uiteengezet. De persoonlijke boodschap voor ons is dat gelovigen die afdwalen altijd
terug kunnen keren op hun schreden en met belijdenis van schuld weer in Gods nabijheid mogen komen, om zijn genade en vergeving te ervaren. ______________________________________________________________
Wat zegt de Bijbel?
Inleiding op het boek Joël
Het is mogelijk dat Joël de eerste profeet is
die zijn boodschap op schrift heeft gesteld. Hij profeteerde vermoedelijk in Juda tijdens de regering van koning Joas (835-796 v.Chr.). Het verslag daarvan vindt u in 2 Koningen 11-12 en 2 Kronieken 22-24. Joas kwam op de troon toen hij zeven jaar oud was,
en Jojada was zijn leermeester. Dit is een mogelijke verklaring waarom Joël niets zegt over een koning, omdat Joas nog niet echt als koning fungeerde. Hosea’s boodschap kwam
voort uit een persoonlijk verdriet in zijn eigen gezin. Joël z’n boodschap ontstond door nationale problemen: een sprinkhanenplaag die het land teisterde. Daardoor kwam er een verschrikkelijke droogte (1:19-20) en de combinatie van die twee plagen
bracht een hongersnood in het land teweeg. Joël had een boodschap voor het volk van Juda, want hij zag in deze gebeurtenissen de tuchtigende hand van God vanwege hun zonden. Maar achter de sprinkhanenplaag zat een ander ‘leger’ – een
letterlijk leger van heidense volken die Jeruzalem aanvielen (3:2). Met andere woorden, Joël gebruikte het onmiddellijk oordeel van God (de sprinkhanen) als een illustratie van het uiteindelijk oordeel, ‘de dag des Heren’. Joëls boek
bestaat uit twee delen: (1) de toenmalige geldende boodschap van de sprinkhanenplaag (1:1-2:27); en (2) de toekomstige boodschap betreffende ‘de dag des Heren’ (2:28-3:21). Voordat
we deze twee boodschappen verder onderzoeken, moeten we te weten zien te komen wat Joël bedoelt met ‘de dag des Heren’. Hij gebruikt deze term vijf keer, in 1:15; 2:1, 11, 31; en 3:14. Andere profeten dan Joël gebruiken het ook: Jesaja
2:12; 13:6-9; 14:3; Jer.30:7-8; 46:10 en ook het hele boek van Sefanja gaat erover. De uitspraak ‘dag des Heren’ verwijst naar een toekomstig gebeuren wanneer God zijn oordelen uitstort op de volken vanwege hun zondige daden gedaan ten opzichte
van het Joodse volk (Zie Joël 3:1-8). Het zal gebeuren nadat de Gemeente is opgenomen (Zie 1Thes.1:10 en 5:9-10 en Op.3:10) tijdens een periode van zeven jaar die ook wordt weergegeven met de uitdrukking ‘de Grote Verdrukking’. Het wordt het
meest uitvoerig beschreven in Openbaring 6-19. Deze periode zal worden afgesloten met de slag van Armageddon (Joël 3:9-17; Op.19:11-21) en de terugkeer van Jezus Christus op aarde om zijn koninkrijk op te richten. --------------------------------------------------------------------------------------- Indeling van het boek Joël I. De onmiddellijke dag des Heren (1:1-20) 1. Hoor! (Oudsten, bewoners (1:2-4) 2.
Wordt wakker! dronkaards (1:5-7) 3. Bedrijf berouw boeren (1:11-12) 4. Weeklaag priesters (1:13-14)
II. De naderende dag des Heren (2:1-27) 1. De naderende legers, gelijk sprinkhanen (2:1-11) 2. Oproep tot bekering (2:12-17) 3. De belofte van herstel (2:18-27) III. De
ultieme dag des Heren (2:28 – 3:21) 1. Vóór die dag – Geest uitgestort (2:28-32) 2. Tijdens die dag – oordeel uitgestort (3:1-16) 3. Na die dag – zegen uitgestort (3:17-21) _______________________________________________________________
Wat zegt de Bijbel?
LET Inleiding van het boek Amos Inleiding
Het is ongeveer vijfentwintig jaar voor de val van Israël. We brengen een bezoek aan de stad Betel, waar koning Jerobeam II zijn privékapel heeft en Amasja is zijn priester.
Het volk geniet van vrede en voorspoed, in feite leven ze in luxe. Een indrukwekkende dienst staat op het punt te beginnen, met Amasja als leider, wanneer we rumoer buiten de kapel horen. ‘Wee hen die zich op hun gemak voelen in Sion’ roept een
stem. ‘God zal het zondige volk oordelen’. Ze rennen naar buiten, waar ze een landman vinden ‘een heuvel prediker’ van Tekoa, met de naam Amos (‘lastdrager’). Hij is geen profeet in de klassieke betekenis, want zijn vader
was geen profeet en ook was hij niet op een profetenschool geweest (7:10-17). Maar hij is een man Gods met Gods boodschap, hij waarschuwt het volk Israël voor het komend oordeel. Hij gebruikt het woord ‘gevangenschap of ballingschap’ meerdere
keren (5:5, 27; 6:7; 7:17). Amos’ tijd Amos
(lastdrager) was een schapenfokker en een kweker van moerbeibomen (1:1; 7:14) toen de Heer hem riep tot profeet. Hij woonde in de plaats Tekoa, ongeveer tien kilometer van Jeruzalem, tijdens de regering van Uzzia in Juda (790-740 v.Chr.) en Jerobeam II in
het noordelijk rijk, Israël (793-753 v.Chr.). Amos was een ‘leek’, een eenvoudige boer en herder die geen lid was van de Joodse religieuze of politieke gevestigde orde. Rond deze tijd genoot Juda en Israël een tijd van voorspoed en veiligheid. Men leefde in luxe (3:10-15; 5:3-6) en godsdienst was populair. Israël kwam samen in de koninklijke kapel te Betel (4:4-5), en Juda vierde de feesten met enthousiasme
(5:21-22), maar de zonden van beide koninkrijken ondermijnden de religieuze en morele houding van het volk. Geld verdienen was veel belangrijker dan de dienst aan God (8:5); de rijken buiten de armen uit, het gerechtelijk systeem was corrupt en ongerechtigheid
tierde welig (5:11-15, 24; 8:4-6). --------------------------------------------------------------------------------------- Indeling van het boek Amos I. Kijk om je heen en let op Gods oordeel (1-2) Acht volkeren veroordeeld 1.
Zes heidense volkeren vervloekt (1:1-2:3) 2. Juda veroordeeld (2:4-5) 3. Israël veroordeeld (2:6-16) II. Kijk naar binnen en let op de corruptie (3-6) Drie oproepen voor het volk Israël 1. Israëls oordeel staat vast (3:1-15) 2. Israëls zonden aangeklaagd (4:1-13) 3. Israëls noodlot beklaagd (5:1-6:14) III. Kijk naar voren: het einde komt (7-9) A. Vijf oordeels
visoenen (7-9) 1. De sprinkhanen (7:13) 2. Het vuur (7:4-6) 3. Het paslood (7:7-9) B. Geschiedkundige onderbreking: Amos in Betel (7:10-17) 4.
Een korf met rijpe vruchten (8:1-4) 5. De verwoeste tempel (9:1-10) C. Een visioen van het toekomstig koninkrijk (9:11-15) _______________________________________________________________
|
|
 |
|
|
|