14. Preek niet oppervlakkig
Een tekst parafraseren is niet hetzelfde als de waarheid prediken in woorden.
Een parafrase is een stijlfiguur waarbij een bestaande tekst door middel van een andere tekst wordt naverteld. Dit wordt onder andere gedaan als men het oorspronkelijke verhaal als te moeilijk beschouwt. Spurgeon zei dat hij 'zichzelf terug wilde vinden in
de tekst’, en dat is een goed idee.
Stel jezelf de volgende vragen: Wat zegt de tekst (feiten, informatie)? Wat is de betekenis van de tekst (waarheden, interpretatie)? Wat kan
de tekst voor mij betekenen (verduidelijking en toepassing)? Hoe kan ik hem zinvol overbrengen aan anderen (verbeelding, indeling)?
Je moet prediken op het niveau van de luisteraar.
Wees niet eerder tevreden dan dat de Geest het Woord in de harten van de luisteraars toepast en ze op een of andere manier reageren. Hun reactie kan zelfs negatief zijn! Paulus' boodschap in de synagogen veranderde sommige mensen in gelovigen, anderen in spotters
of vijanden. Preek niet onder je eigen niveau, en zorg ervoor dat de boodschap je diep raakt. Maak de preek niet op de manier waarop een timmerman een tafel maakt, door het verzamelen van allerlei ideeën en/of teksten om ze daarna aan elkaar te nagelen.
De boodschap moet een levende eenheid zijn. De boodschap moet groeien uit het diepste van je ziel, en de wortels moeten afkomstig zijn van wat je zelf ervaren hebt en van de studie van Gods Woord. Preken die zijn samengesteld uit stukjes en beetjes van andere
mensen klinken meestal mechanisch in plaats van doorleefd. Ze lijken meer een verbale weergave van gedachten van anderen, maar het zijn geen doorleefde boodschappen; het zijn geen waarheden die overgedragen worden middels een speciale betrokkenheid. 'Vaak
ben ik bang, dat de kerk een plaats is waar predikers niet preken uit hun eigen diepe verlangens en beleving, maar uit hun intellectuele vaardigheden'.
15. Preek je eigen boodschap
Dat betekent dat de boodschap die God je gegeven heeft, gepresenteerd wordt op de manier waarop Hij wil dat je ze presenteert. Plagiaat is gedefinieerd
als de laagste vorm van diefstal. De gelovige prediker zal zeker een groot aantal koeien melken, maar hij zal zijn eigen boter moeten maken. Adam was de enige mens die, wanneer hij iets goeds zei, wist dat niemand het tevoren had gezegd. Je hoeft niet alles
te vermelden wat je in een preek zegt. Maar als je iemands anders preekschets gebruikt, geef hem dan het voordeel dat te vermelden. Als je een bijzonder goede spreuk, gezegde of uitleg gebruikt, vermeld waar die vandaan komt. Integriteit vereist dit - en je
weet nooit of iemand in je gemeente hetzelfde boek of dezelfde studie bezit! Als het verkeerd is om iemands materiaal te stelen, is het net zo verkeerd zijn stijl en aanpak te imiteren. Wees jezelf en laat de Heilige Geest als het ware een stempel van jouw
leven op de boodschap drukken. Als de boodschap van iemand anders jou gezegend heeft, laat ze dan in je eigen geest en hart doordringen, zodat je ze je eigen kunt maken en breng ze dan aan de mensen. Let op de essentie, niet op toevalligheden. Wees jezelf
en wees trouw aan jezelf. Dat is de beste vorm van originaliteit.
16. Streef naar variatie en evenwicht
Altijd hetzelfde leidt de aandacht af. Een voorspelbare preek is nooit een krachtige preek. We moeten variëren in onze onderwerpen en proberen onze geestelijke ‘stokpaardjes’ te vermijden. Systematische preken door alle boeken van de
Bijbel kunnen leiden tot evenwichtige voeding voor Gods volk. We moeten een globaal overzicht krijgen van de hele Bijbel om tot een evenwichtige en juiste uitleg te komen. Varieer in je manier om kernwoorden in je zinnen te benadrukken. Dit kan in verschillende
vormen:
Verklarende wijs: 'De Heilige Geest helpt de gelovige.'
Bepalende wijs: ‘Iedere gelovige dient
te worden vervuld met de Heilige Geest van God.'
Vragende wijs: 'Hoe kunnen we vervuld worden met de Geest?'
Gebiedende
wijs: 'Ga door met bidden.'
Uitroepende wijs: 'Denk maar aan de vreugde van de hemel!'
Bepalende wijs: ‘Het
geloof betekent leven zonder vooraf te beramen.’
Varieer tijdens het brengen van je preek. Als je overzicht overeenkomt met de tekst, dan zal elke ontwikkeling de volgorde van
de tekst volgen. Niet elke preek moet een betoog of argument zijn. Als de passage een argument is, dan is dat de vorm die de passage kan aannemen (hoewel de prediker er op een andere manier mee om kan gaan). Het 'Magnificat' van Maria in Lucas 1 is niet van
hetzelfde literaire genre als Paulus’ verdediging in Handelingen 22. Wanneer een preek zorgvuldig is voorbereid, weerspiegelt hij de aard van het materiaal dat in de tekst te vinden is. Varieer het doel van uw preken. Natuurlijk, er zijn algemene doelen
die in elke preek voorkomen: het winnen van de verlorenen, het bemoedigen van de gelovigen, het terugwinnen van de gevallenen. Maar de specifieke doelen moeten gevarieerd worden gebracht van week tot week, en dat zal gebeuren als de prediker trouw is in het
uitleggen van de tekst. De prediker die zijn vooropgezette schets in een bepaalde passage dwingt, zal balans en afwisseling missen in zijn bediening. De prediker die de tekst voor zichzelf laat spreken, zal versteld staan hoeveel variatie de Heilige Geest
in de Bijbel heeft vermeld.
17. Het plannen van je prediking
In een niet zo ver verleden was
het gebruikelijk om twee samenkomsten te hebben op zondag! Spurgeon was in staat om zijn preek voor de zondagochtend voor te bereiden op zaterdagavond en zijn preek voor de zondagavond op zondagmiddag - maar er zijn niet veel ‘Spurgeons’. Zij die
veel in dezelfde gemeente spreken, kunnen beter gebruikmaken van een werkschema, zodat ze weten waar ze naartoe gaan van week tot week en iets kunnen opbouwen. Als de Geest van God wil ‘inbreken’ en je een speciale boodschap wil geven, is hij vrij
om dat te doen en dat zal aan je ‘preekschema’ niets te kort doen. Elke prediker moet groeien in de tekst en in de gekozen prekenserie. Als je groeit in je eigen geestelijk leven en in je kennis van de Bijbel, en je in gemeenschap bent met de Heer
en je gemeente, zal God je leiden in je planning. Luister ook naar de adviezen van je luisteraars en oudsten. Vermijd series die er goed uitzien op papier, maar geen werkelijk geestelijke inhoud hebben. Plan de geestelijke voeding voor je gemeente en zorg
voor de vaste voeding van het Woord. Je agenda zal waarschijnlijk het kerkelijk jaar volgen: Pasen, Pinksteren enz. Er blijft dan toch voldoende tijd over voor je eigen preekschema’s. Iemand heeft gesuggereerd dat in elk seizoen van het jaar de preek
een andere nadruk kan krijgen. Kondig een nieuwe reeks altijd tijdig aan, dan heb je zelf ook tijd om ze grondig voor te bereiden en je in de inhoud in te leven. Je hebt dan ruimschoots de tijd om erover na te denken en ervoor te bidden. Je zoekt naar een
weg doorheen de tekst van de Bijbel, maakt een schets van de boodschap, en raakt vertrouwd met de aanpak. Meer dan één prediker die zich niet goed heeft voorbereid, moet zich naar het einde van de reeks forceren om vol te houden of moet gewoon
stoppen vanwege tijdsdruk. Zo iemand lijkt op de mens die een toren wil bouwen en het werk niet kan afmaken, of een koning die ten oorlog trekt en niet in staat is zijn vijand te verslaan (Luk.14:28-32). Dus een degelijke voorbereiding is noodzakelijk.
18. Preken als onderdeel van een reeks moeten onafhankelijk zijn en toch met elkaar verbonden
Bereid elke
studie voor alsof ze op zichzelf staat en hou in gedachten dat ze deel uitmaakt van een reeks. Denk aan de bezoeker die de vorige studie niet heeft gehoord of niet heeft kunnen volgen, of misschien vergeten is wat er gezegd werd. Ga er niet vanuit dat je gemeente
zich alles zal herinneren wat je de vorige keer naar voren hebt gebracht, maar besteed er ook niet te veel tijd aan. De spreker die zo zijn preek begint: ‘Je zult je herinneren dat we vorige week rekening hebben gehouden...' vraagt het grootste deel
van zijn gemeente om hem uit te schakelen. De bezoekers die de week ervoor de preek hebben gehoord zijn waarschijnlijk het grootste deel ervan alweer vergeten. Laat elke boodschap weer beginnen met een korte inleiding waarin de kernpunten van de vorige boodschap
weer in herinnering worden gebracht. Als je dat hebt gedaan, dan krijg je de aandacht van de luisteraars weer. Dan kun je de studie weer relateren aan voorgaande studies van de serie, maar wees zelfs dan voorzichtig dat je niet te veel eist van de luisteraars.
Voel je vrij om ideeën uit eerdere studies te gebruiken zonder er altijd naar te verwijzen. De meeste mensen hebben graag dat ze eraan herinnerd worden, en ze waarderen het! Net zoals we onze introductie niet moeten koppelen aan de vorige studie, mogen
we de conclusie niet verbinden naar de volgende studie. Het kan voorkomen dat je de vorige studie niet kan geven.
19. Spreken tot individuen
Een kerk als instituut bereikt niets; het zijn de individuele mensen die het werk doen. Het spreken is het werk van individuen. Wat het kleine meisje tegen haar moeder zei, moet ook gelden voor mensen die naar ons luisteren:
‘Moeder, heeft die prediker het tegen mij?’ Dit betekent niet dat de prediker constant ‘jij’ moet zeggen. Er is niets mis mee als je dat doet, zolang je ook maar af en toe zegt ‘de Gemeente’, ‘Gods volk’ of ‘Broeders
en zusters’. Wanneer we onze boodschap voorbereiden met de individuele mens in gedachte – zij die representatief zijn voor de gemeente en de andere gelovigen – dan zullen we het niet moeilijk hebben een persoonlijke boodschap te brengen die
iedereen aanspreekt.
20. Scheid nooit de leer, de plicht en de toewijding
Een preek die de
Bijbelse waarheid uitlegt zonder een persoonlijke en praktische toepassing, is slechts een theologische voordracht. Hetzelfde geldt voor een preek die de luisteraars vermaant en bemoedigt zonder dat te baseren op de leer; hij zou wel eens een slecht stukje
religieuze propaganda kunnen brengen. Ook een ‘vrome preek', die er alleen op is gericht om 'het hart wat op te warmen’, zal geen blijvende invloed uitoefenen als hij geen leerstellig fundament of een praktische toepassing heeft. De prediker is
gericht op het hart (toewijding), de geest (leer) en de wil (plicht). Laat de toehoorder duidelijk zien dat het geen waarde heeft als het gevoel niet het ‘kind van de waarheid en de vader van de plicht is'. In de meeste van zijn brieven brengt Paulus
evenwicht in leer en plicht; daarin moeten wij zijn voorbeeld volgen. Tenzij plicht is gebaseerd op leer - wat Christus voor ons gedaan heeft - wordt het een last. Tenzij leer verbonden is aan plicht, wordt het vaag en onpersoonlijk. De brug tussen onderwijs
(leer) en leven (plicht) is liefde: ‘Wanneer gij Mij liefhebt, zult gij mijn geboden bewaren’ (Joh.14:15). Iemand heeft eens gezegd: 'Zeg de mensen niet hoe ze zouden moeten zijn ten opzichte van Christus. Predik een Christus waardoor ze weten
hoe ze zouden moeten zijn.’
Merk op hoe Paulus leer verbindt met plicht:
Plicht: geven
Leer: De genade van God (2Kor.8:1-9)
Plicht: vergeven
Leer: God vergaf
u (Ef.4:32)
Plicht: de waarheid spreken
Leer: we horen bij elkaar (Ef.4:25)
Plicht: wandel in liefde
Leer: Christus heeft ons liefgehad (Ef.5:1-2)
Plicht:
aanvaard elkaar
Leer: Christus heeft ons aanvaard (Rom.15:7)
Plicht: oordeel elkaar niet
Leer: God is degene die oordeelt (Rom.14:1-3)
Dit is wat het betekent om ‘Christus te prediken’ - alle waarheid dienen we te betrekken
op zijn Persoon en werk. Effectieve prediking houdt in dat de Heer in alles op de voorgrond staat. Christus is niet alleen de boodschap, hij is ook het motief.
21. Spreek de
waarheid in liefde
Liefde maakt de waarheid aangenaam, terwijl de waarheid liefde praktisch maakt. Waarheid zonder liefde zou iemand te gronde kunnen richten door haar hardheid,
terwijl liefde zonder waarheid iemand door onoprechtheid kan misleiden. Liefde zonder waarheid is sentimenteel, gevoel zonder verantwoordelijkheid. Waarheid zonder liefde is niet in staat om levens te veranderen, terwijl liefde zonder waarheid mensen op een
verkeerde manier kan veranderen.
Het is niet genoeg voor de prediker de waarheid lief te hebben, hij moet ook de mensen liefhebben die hij dient. 'Prediking is lankmoedig en is goedertieren;
prediking is niet afgunstig; prediking handelt niet lichtvaardiglijk, zij is niet opgeblazen ...’
22. Geloof in de verkondiging
De verkondiging is een door God aangewezen manier om zijn Waarheid bekend te maken. Dit doet niets af aan Bijbels onderwijs, persoonlijk getuigenis, zang of andere manieren om Gods Woord te verspreiden; maar de Bijbel
benadrukt de belangrijkheid van de prediking wel. God had één Zoon en Hij was prediker. ‘Hoe zullen zij geloven in Hem van wie zij niet gehoord hebben? En hoe zullen zij horen zonder iemand die predikt?’ (Rom.10:14). Paulus werd er
nooit moe van om de dienst van prediker te verhogen. ‘Want wee mij, als ik het evangelie niet verkondig!’ (1 Kor.9:16).
Het Woord is als een zaad en het heeft tijd nodig
om te ontkiemen, groeien, en vrucht voort te brengen. Wees geduldig en bid! Gods Woord draagt altijd vrucht. Misschien zie je de oogst niet, maar misschien iemand anders wel; en God zal verheerlijkt worden.
23. Gebruik je verbeelding
Verbeelding is het vermogen van het maken van iets nieuws uit dat wat oud is. Alle predikers zeggen zowat hetzelfde,
als hun prediking tenminste Bijbelgetrouw is; maar sommigen zeggen dingen op een meer boeiende manier. Verbeelding mag niet worden verward met fantasie. De prediker moet er niet naar streven om slim en grappig te zijn, maar origineel. De prediker met verbeeldingskracht
ziet verbanden tussen oude waarheden en het moderne leven. Hij kijkt in het hart van Gods Woord, maar ook in zijn eigen hart en het hart van de luisteraars. Creatieve prediking komt voort uit het leven en de gedachten, en het is de verbeelding die deze twee
zaken samenvoegt. Onze prediking kan leerstellig en met grote welsprekendheid gebracht zijn, en toch niet de moeite waard zijn om naar te luisteren als het aan verbeelding ontbreekt. De media geven miljoenen uit om fantasierijk entertainment te creëren,
en de fabrikanten doen hetzelfde om attractieve producten en verpakkingen te maken. De prediker moet zich er ook op toeleggen om zijn verbeelding te ontwikkelen en toe te passen in de verkondiging.
24. Verkondig een positieve boodschap
Omdat het nodig is dat de mensen gewaarschuwd worden; hun grootste behoefte is positief en richtinggevend Bijbels onderwijs.
Een verkeersbord dat zegt: ‘Deze weg leidt niet naar Brussel’ helpt niet veel. We willen weten waar de weg wél naartoe gaat. Ja, sommige van de Tien Geboden zijn negatief; maar zelfs die zijn gebaseerd op Gods eerste gebod: ‘Ik ben
de Here uw God!’ We hebben ook het negatieve nodig, maar dat moet worden versterkt door het positieve. Negatieve prediking ontmoedigt de luisteraars en bevordert geen groei van het geestelijk leven. Ze kan grenzen aan wetticisme.
25. Spreek in de tegenwoordige tijd
Het is wel eens gezegd dat niemand naar de kerk gaat om te horen wat er met de Jebusieten
is gebeurd. Een preek die blijft hangen in de verleden tijd is eigenlijk helemaal geen preek: het is ofwel een Bijbelverhaal, ofwel een verhandeling. We leven in de tegenwoordige tijd en we moeten horen wat God ons vandaag te zeggen heeft. Alle Schrift is
geïnspireerd en alle Schrift is nuttig.
Dit betekent dat er een boodschap voor vandaag is vanuit elk deel van het Woord van God. Het is de taak van de prediker om de tijdloze waarheden
en principes in het Woord van God te ontdekken, ze in begrijpelijke taal te brengen en toe te passen op de behoeften van een verwachtende gemeente. Een schrijver merkte op dat 2 Timotheüs 3:16 de weg naar praktische Bijbelse prediking wijst. Het Woord
is nuttig om te leren - dat is wat goed is; te weerleggen - dat is wat niet goed is; te verbeteren - dat is om het goed te doen; en te onderwijzen in de gerechtigheid - dat is om goed te blijven. De belangrijkste punten van je preek moet gericht zijn op het
leven van vandaag en niet op Mozes, David, of Paulus. Wat God vroeger deed voor de mannen en vrouwen van toen, de geloofshelden, is als waarschuwing (1 Kor.10 :1-12) en bemoediging (Rom.15: 4) van betekenis voor ons vandaag. Dit geldt ook voor het Oude Testament,
want dat was de enige Bijbel die Jezus en de vroege kerk bezaten. In hun dienst waren de apostelen in staat om een moderne, relevante boodschap te geven uit het Oude Testament, en God zegende hun woorden. 'Hij die een oor heeft, laat hij horen wat de Geest
tot de gemeente zegt' (Op. 2:7,11,17,29; 3:6,13,22).
26. Wees nooit tevreden met uw prediking
Er
is altijd meer waarheid te leren uit het Woord, maar ook meer waarheid voor het geestelijk leven. We kunnen altijd groeien in onze theologische vaardigheden en in onze presentatie van het Woord. Succes kan een grote vijand van onze groei worden. Geloof niet
alles wat mensen zeggen over je prediking. Als je denkt dat je alle kneepjes en vaardigheden van het vak onder de knie hebt, stop dan en bekeer je. 'Ik vrees om een gewone ‘preekmachine' te worden’, zei Spurgeon, 'zonder mijn hart en ziel te oefenen
voor deze heilige taak - opdat het niet slechts een stuk automatisme is.'
Hoe kunnen we onze prediking dan verbeteren?
Ten eerste, door het onderhouden van ons eigen geestelijk leven. De dienst die we verrichten kan niet los gezien worden van het leven dat we leiden. 'Geef acht op jezelf en op de leer ...', was Paulus’ vermaning aan een jonge prediker (1Tim.4:16).
Ten tweede, door voortdurend te leren over homiletiek en alles wat daarmee in betrekking staat. Niet alleen moeten we de Bijbel lezen, maar ook nieuwe boeken die uitkomen, en met wat we daarvan
leren ons voordeel doen. Niet alleen genoegen nemen met schrijvers die het met je eens zijn, maar lees er ook een aantal waar je het niet mee eens bent.
Ten derde, door je meer in te
leven in het leven van de mensen waarmee je te maken hebt. We leren voortdurend uit het ‘boek’ van de mensheid, net zoals we leren uit de Bijbel en het ‘boek’ van de natuur. De baby's in de crèche, de kinderen op school, de tieners,
de jonge singles, de jonggehuwden, de mensen van middelbare leeftijd en de ouderen verrijken je leven en je prediking. Wat je een beter mens maakt, zal je ook een betere prediker maken, als je toestaat dat Gods Geest je leven leidt.
Tot slot, door het lijden naar de wil van God. Luther zei dat gebed, meditatie en het lijden een prediker maken, en hij had gelijk. De sterren schitteren het felste als de nacht het donkerst is, en God is in staat om
ons liederen in de nacht geven.
Geraadpleegde literatuur:
Nederlandstalig:
Klippert, W. (1997) Van tekst tot preek, Groen, Heerenveen.
ISBN: 90-5030-623-3
Oskamp/Geel (1999) Concreet en beeldend preken, Uitg. Coutinho
ISBN: 90 6283 164 8
Spurgeon,
CH. (1999) Pastorale adviezen deel 1, 2, 3. De Banier, Utrecht.
ISBN: 903360 449 3, 90336 0448 5; 903360 450 7
Engelstalig:
Adams, Jay E. Preaching with Purpose (1986) Zondervan ISBN: 0310510910
Bailey/Wiersbe (2003) Preaching in Black & White,
Zondervan USA,
ISBN: 0-310-24099-9
Koller, C.W. (1999) How to Preach without Notes, Baker Books, ISBN: 0-8010-5761-2
McDill Wayne, The 12 Essentials for Great Preaching, (1994) Broadman & Holman Publishers, ISBN: 0-8054-2012-6
McClure,
John S. Preaching Words, (2007) John Knox Press, ISBN: 066423013X
Pulpit Commentary Set, 23 volumes. Edited By: Joseph Exell, H.D.M. Spence, Hendrickson Publishers. ISBN: 0917006321
Duitstalig:
Kollmann, H. (1992) Predigt Vorbereitung, Hänssler Verlag, ISBN: 3-7751-1859-5
Robinson, H.W. (1980) Wasser auf dürres Land, Dillenburg, ISBN: 3-89436-043-7
_______________________________________________________________